Dat voorstel hebben zes medici en wetenschappers dinsdag geopperd in dagblad Trouw.

De zes proberen daarmee een langlopende discussie te beslechten over de vraag welke waarde een arts mag toekennen aan de schriftelijke wilsverklaring. Daarover bestaat ruim tien jaar nadat de euthanasiewet van kracht werd nog altijd onduidelijkheid.

In de wet staat dat de wilsverklaring het mondelinge euthanasieverzoek kan vervangen. Deze passage werd in 2002 op initiatief van D66 opgenomen in de wet, onder meer om euthanasie mogelijk te maken bij patiënten met gevorderde dementie. Artsen zijn daarbij wel gebonden aan een richtlijn van artsenorganisatie KNMG, waarin staat dat artsen moeten aangeven hoe zij hebben vastgesteld dat de patiënt nog steeds achter zijn eerder opgestelde wilsverklaring staat. Deze aanvullende bepaling is voor veel artsen reden om euthanasie bij patiënten met gevorderde dementie en een reeds gedateerde wilsverklaring te weigeren, zo bleek eerder dit jaar.

In Trouw stellen de zes medici dat ook patiënten met gevorderde dementie nog heldere momenten hebben. Tijdens deze momenten zouden arts en patiënt gezamenlijk moeten nagaan of het document moet worden geactualiseerd en ververst en zo ja hoe. Een verklaring die op die manier steeds voldoende concreet is bijgewerkt kan het mondeling euthanasieverzoek van dementerende patiënten vervangen, aldus de zes.