Gurlitt wil verdachte kunstcollectie terug
MÜNCHEN (ANP). Cornelius Gurlitt (80) is absoluut niet van plan om de 1400 kostbare kunstwerken op te geven die zijn vader onder dubieuze omstandigheden verkreeg in het nazi-tijdperk. Hij ziet ze als zijn rechtmatige eigendom, vertelt hij in een exclusief interview met het blad Der Spiegel dan zondag verscheen.
„Er is niets in mijn leven waar ik meer van heb gehouden dan van mijn schilderijen”, zegt Gurlitt. Hij vindt het verschrikkelijk dat de autoriteiten zijn collectie hebben meegenomen en citeert een aantal van de tien geboden, te beginnen met ‘gij zult niet stelen’.
De verzameling bestaat uit werken van Picasso, Chagall, Matisse en andere zeer beroemde kunstenaars en is honderden miljoenen euro’s waard. Cornelius erfde de kunstschat van zijn vader, de in 1956 verongelukte kunsthandelaar Hildebrand Gurlitt. Hij deed vanaf 1933 zaken met de nazi’s. Daarom bestaat het vermoeden dat de collectie mogelijk werken bevat die van Joden zijn geroofd.
Voor de 80-jarige Cornelius is zijn vader juist een held, omdat hij de kunst heeft behoed voor verbranding door de nazi’s en voor bommen tijdens de oorlog. Later wist hij de werken bovendien uit handen van de Russische en Amerikaanse bezetters te houden.
De vondst van de kunstwerken in München en het onderzoek door de Duitse autoriteiten kwamen pas onlangs naar buiten via de pers. Hoewel de term ‘roofkunst’ vaak is gevallen, zijn de autoriteiten er nog altijd niet in geslaagd om de achtergrond van de werken te achterhalen.
Niet alleen Gurlitt zelf stelt dat de kunst aan hem toebehoort. Kunsthistoricus Uwe Hartmann, die bij het staatsmuseum in Berlijn het onderzoek naar de herkomst van kunst leidt, schatte eerder al in dat de meeste werken waarschijnlijk inderdaad rechtmatig eigendom van Gurlitt zijn.
Volgens Hartman hebben veel Duitse musea en verzamelaars destijds ook vrijwillig kunst ingeleverd om hun collectie te „zuiveren”. De handelaar kocht de werken op zijn beurt van het toenmalige ministerie van Propaganda. In juridische zin werd hij daarmee eigenaar en volgens Hartmann valt daar niets aan te veranderen.