Buitenland

Martin van Creveld: de Jood die wel jihadist zou willen zijn

In het Midden-Oosten, waar Martin van Creveld woont, gaat het er iets ruiger aan toe dan in zijn geboorteland Nederland. Europa koerst volgens hem op de ondergang af. Het ”nooit meer oorlog” is aan hem niet besteed. Integendeel, oorlog is zijn lust en zijn leven.

15 November 2013 21:54Gewijzigd op 15 November 2020 07:04
Martin van Creveld. Beeld RD, Anton Dommerholt
Martin van Creveld. Beeld RD, Anton Dommerholt

Toen de familie Van Creveld na een jaar uit Engeland in Israël terugkeerde, zei het 6-jarige zoontje: „Hier is iedereen grof – ik wil ook grof zijn.” Van Creveld geniet er nog van.

U valt zelf ook op door ruwheid. Bent u intussen meer Arabier dan Nederlander?

„Israël is in vergelijking met Nederland zeker nogal woest. Europeanen vinden het vaak een onbeschoft land.”

Onlangs was de Israëlische hoogleraar in Nederland om zijn boek ”De bevoorrechte sekse” aan te prijzen. In NRC Handelsblad schreef hij dat de onderdrukking van vrouwen een „mythe”, ja een „leugen” is. Een feministe zei hierop dat ze Van Creveld het liefst in zijn kruis zou treffen.

Het bekende patroon: zodra Van Creveld verschijnt, ontstaat er herrie. Waarom toch?

„Deze vraag krijg ik vaak. Men neemt aan dat ik expres provoceer. Maar ik ben eenvoudig naïef. Ik ben altijd verrast door de sterke reacties. Als academicus wil ik de waarheid zo dicht mogelijk benaderen. Mensen vinden dat niet fijn. Op geen boek kreeg ik zulke heftige reacties als op ”De bevoorrechte sekse”.

Zit er in uw presentatie misschien iets wat mensen boos maakt?

Zucht. „Dit is mijn lot.” Dan opgewekt: „Het heeft natuurlijk wel nut. Ik word vaak uitgenodigd omdat ik discussie meebreng.”

Riepen uw ouders ook zulke reacties op?

„Mijn moeder –die kortgeleden is over­leden– noemde mijn vader een goeierd. Hij is een Nederlandse Jood, 95 jaar oud.

Pas zei hij nog: Dat heb ik je niet geleerd. Ik ben de wildeman in de familie. Ik denk maar zo: Mensen die niet controversieel zijn, vergeet je. Ik ben geen beroemdheid, maar toch wel tamelijk bekend.”

Kunt u ook zacht zijn?

„Dat moet u mijn vrouw vragen. Dertig jaar geleden was ze student bij mij. We waren beiden getrouwd. Snel begreep ik dat ze hartstocht, passie en leiderschap nodig had. Als ik ergens trots op ben, is het dat ik ten minste één vrouw gelukkig heb gemaakt.” Zijn eerste huwelijk was „een ramp”, zegt hij. „Wederzijds waren we niet gelukkig.”

Van Creveld weifelt of hij het gesprek in het Engels of Duits wil doen. Maar hij begint in het Nederlands, dat duidelijke sporen van andere talen bevat. „Een goeie oefening voor vanavond”, zegt hij, met het oog op een debat over zijn vrouwenboek.

Zijn vak is krijgshistoricus. Onderzoek leerde hem dat mannen altijd de „grootst mogelijke vreugde” aan oorlog voeren hebben beleefd. „Juist omdat oorlog zo verschrikkelijk is. Er is een raadsel­achtige wisselwerking tussen verschrikking en vreugde. Wie dat niet beseft, heeft van oorlog niets begrepen. Europa is vandaag het land van de oude mensen. Dat kent geen mannen meer. ”

Geldt dat ook voor de ”totale oorlog” in de twintigste eeuw?

„Weleens foto’s gezien van de intifada? Kwetsbare Palestijnen die stenen gooien naar Israëlische tanks. Wat een prachtige mannen! Die jongens moet je vragen hoe mooi oorlog is. Hun hele leven vervelen zij hun nakomelingen met hun verhalen. Voor mannen is oorlog voeren nu eenmaal het mooiste.”

Toen Nederland militairen naar Afghanistan stuurde, bestond er angst voor verruwing in het veld. Terecht?

„De soldaat moet tegen zijn wil in het veld zien te overleven. Dan is hij trots als hij prestaties levert. Ik heb gezien dat soldaten oren en neuzen afsneden. Als trofeeën.

En dan zit er duizenden kilometers verder­op een religieuze of linkse minister die nog nooit een schot heeft gehoord, en die zegt dat dit niet mag. Weet je hoe ik dat noem? Verraad!” Van Creveld trilt op zijn stoel. In zijn emotie springt hij over op het Duits. „Dolchstoss! Een dolkstoot in de rug is dat. Geen wonder dat je niemand meer krijgt die wil vechten.

Je kunt niet alles toestaan. Maar ik pleit voor ruimte om te kunnen overleven. En om bewijzen van prestaties te verzamelen, bijvoorbeeld door zich met dode lichamen laten fotograferen. Zonder trots er is geen oorlog.”

In de twintigste eeuw schoot de humanisering wortel in de Europese samenleving. Verhoudt een al te enthousiaste oorlogsvoering zich daar wel mee?

„De prijs is in elk geval hoog. Niemand wil nog risico nemen. Net als in ”Brave New World” zoeken mensen alleen nog gemak.

Ik vrees dat Europa geen toekomst heeft. Er worden nog nauwelijks kinderen geboren. Behalve bij islamieten. Dat zijn ook de enige mensen die bereid zijn zich op te offeren. Israël neigt naar Europa, maar bij ons worden nog wel kinderen geboren.”

Oude prenten tonen Pruisische soldaten onder de Brandenburger Tor in Berlijn, terug van een „frische, fröhliche Krieg.” Maar zulke hartstochten hebben Europa aan de rand van de afgrond gebracht. Kun je sneuvel­bereidheid nog als deugd aanprijzen?

„Ik weet heel goed dat de Tweede Wereldoorlog een miljoenenslachting is geworden. Maar met de rem erop leidt een oorlog niet tot resultaten. Kijk naar Afghanistan.

Als ik veertig jaar jonger was, zou ik me misschien wel voegen bij de islamitische jihad. Dat zijn de enige echte mensen die nog bestaan. Zij willen nog sterven.”

Moet je dit horen: een Jood als jihadist. Zou u dat niet liever in Israël vertellen?

„Ach, ik ben daar toch allang een ongewenst persoon.”

Zou u zelf willen sneuvelen?

„Uiteindelijk wil niemand dat. Bij Israëlische soldaten valt me altijd op dat ze denken te overleven. Maar ze zijn wel bereid hun leven op het spel te zetten. Dat risico brengt ook een zeker genot mee.

Er is ook een oorlog waarin het alleen gaat om vernietiging en waarin je niet kunt sneuvelen: Auschwitz. Dat is pure lafheid.

Ik denk dat het goed is dat een samen­leving bepaalde waarden heeft die groter zijn dan de mensen zelf. Daarvoor ben je bereid te sterven. De samenleving waarin die bereidheid ontbreekt, is niet meer menselijk.”

Christenen kennen de leer van de rechtvaardige oorlog. Heeft u daar iets mee?

„Niet veel. Augustinus zegt dat een oorlog een juist doel moet dienen. Nietzsche zegt het precies andersom: een goede oorlog rechtvaardigt zichzelf. Maar met Clausewitz denk ik dat je de moraal beter helemaal buiten de oorlog kunt laten.”

De humanisering van de samenleving hangt samen met de feminisering. Welke invloed heeft die op de oorlogscultuur?

„Zonder vrouwen is er nog nooit een oorlog gevoerd. Mannen vechten omdat anders hun vrouwen worden ontvoerd en onteerd.

Het waren altijd de vrouwen die de mannen aanvuurden. En vervolgens wachtten ze, baden ze, rouwden ze.

De kern is dat de vrouw als vrouw optreedt, en niet als tweederangsman. Want dat laatste is dom en vernederend.

Maar in onze cultuur kun je niet heen om de gelijkstelling van man en vrouw.

„Dat is een teken van de ondergang. Ik heb diep respect voor mijn vrouw als vrouw. Niet als imitatieman.

We erkennen dat vrouwen zwakker zijn dan mannen. De mensheid weet ook al eeuwen dat het baren en opvoeden van kinderen niet te verenigen is met zware arbeid. Daarom hebben ze bescherming nodig.

Die domme feministen eisen gelijke rechten, maar vragen wel bescherming. In veel landen hebben vrouwen kortere werk­weken dan mannen. Door dat zigzagbeleid bereiken ze niets.”

Veel regeringen spannen zich in om de combinatie van werk en gezin soepeler te laten verlopen. Verloren moeite?

„De econoom Adam Smith noemt specialisatie de bron van economisch succes. Als zowel vader als moeder in het gezin moet zijn, kunnen ze zich beiden minder specialiseren. Economisch is dat dus dom. Slechts heel weinig vrouwen willen kostwinner zijn. Uiteindelijk willen vrouwen niet verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van hun gezin. En de huwelijken waarin vrouwen meer verdienen dan de man, blijken heel kwetsbaar.”

U hebt bewondering voor de jihadisten, uw vrouwbeeld is niet al te modern: zou u passen in een islamitisch land?

„Ik sluit niet uit dat de taliban vrouwen meer als vrouw respecteren dan het Westen. In hun landen moeten door een gebrek aan politie vaders en broers de vrouwen beschermen. Daarom dragen vrouwen een sluier en mogen ze niet zonder begeleiding naar buiten, ook niet naar school. Niet dat mijn vrouw en ik in zo’n land zouden willen wonen. Maar ik keur zoiets ook niet af.”

Uw ouders waren zionisten, in de bloeitijd van de Groot-Israëlgedachte. Steunt u die?

„Nee. Ik ben voor de grenzen van 1969, met enkele aanpassingen. Het Joodse deel van de Oude Stad hoort erbij, maar Oost-Jeruzalem niet. Dat zijn maar een paar dorpen vol Arabische drek, daar is niets heiligs aan.”

Iran is voor het eerst serieus met het Westen in gesprek over het kernprogramma. Uw standpunt is dat een Iraanse atoombom Israël voorlopig alleen maar voordeel oplevert, omdat de Amerikanen daarom de Joden extra steunen. Kunnen de gesprekken met Iran dan maar beter stuklopen?

„Het zou mooi zijn als Israëliërs die dwaze angst kwijtraken. De mensen staan urenlang zenuwachtig in de rij voor een gasmasker. Ze vrezen dat Iran het liefst een atoombom op Israël gooit.

Die angst wordt de mensen aangepraat. Ehud Olmert heeft toegegeven dat het gevaar wordt overdreven, maar pas na zijn aftreden als premier. Volgens mij zijn de leiders van Iran volkomen rationeel. Ze weten dat Israël ze in een kernoorlog met gelijke munt zal terugbetalen.”

Joden in Europa zeggen dat het anti­semitisme toeneemt. Gelooft u dat?

„Ach, dat interesseert mij toch niets. Ik woon juist in Israël om daar niets mee te maken te hebben. Ik snap trouwens sowieso niet waarom Joden hier willen wonen. Ze worden nooit als normaal gezien.”

Gelooft u in Jahwe?

„Nee. Alle religies zijn geestesziekten. Maar het Jodendom is wel mijn geestesziekte. Die geef ik niet op. Religieus ben ik verder niet actief. Vroeger geloofde ik wel in iets abstracts. Maar mijn huidige vrouw heeft er een hekel aan en geeft me de kans niet.”

Uw hazenlip leidde tot afkeuring voor militaire dienst. Is het een vervelende handicap voor u?

„Nee. In 1964 was het prestige van het leger nog heel hoog. Toen ik mijn rijbewijs wilde halen, dacht men door die afkeuring eerst dat ik niet helemaal normaal was.

Toen ging ik militaire geschiedenis studeren. Misschien onbewust om mezelf te bewijzen. Ik wilde beter worden dan al die generaals. In zekere zin is dat gelukt.”

Van Creveld heeft dus weinig last gehad van zijn handicap. Met een grote stapel boeken en wereldwijde vertalingen heeft hij een vruchtbaar leven gehad. En toch gaat hij soms door diepe dalen.

Hij steekt zijn handen omhoog en stoot in het Engels flarden uit Jeremia uit: „Vervloekt de dag dat ik ben geboren. Vervloekt de moeder die mij heeft gedragen. Ik voelde de nood om te zeggen wat ik moest zeggen. Maar geloof me: it made me sick.”

Zou die hazenlip aan dat gevoel hebben bijgedragen?

„Ik denk van niet. Als jongen had ik het er wel moeilijk mee. Maar tussen mijn 18e en 22e heb ik er nooit aan gedacht. Hoewel ik misschien ook hierin naïef ben.”


Levensloop prof. Martin van Creveld

Martin Levi van Creveld (Rotterdam, 1946) emigreerde in 1950 met zijn ouders naar Israël, waar hij zich ontwikkelde tot gezag­hebbend militair historicus.

Hij studeerde aan de London School of Economics en de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem. Aan die laatste universiteit werd hij ook hoogleraar.

De meeste van zijn ruim twintig boeken gaan over krijgsgeschiedenis. Sommige zijn verplichte kost op de Amerikaanse officiersopleiding. Van Crevelds boeken kennen veel vertalingen.

”De bevoorrechte sekse” (uitg. De Blauwe Tijger) is een vertaling van het Duitse boek ”Das bevorzugte Geschlecht” uit 2003.


Lees meer in Digibron

“We hebben onze lessen uit de Libanonoorlog geleerd”, (Reformatorisch Dagblad, 13-01-2009)

“Reguliere strijdkrachten zijn al zestig jaar aan een neergang bezig”, (Reformatorisch Dagblad, 07-06-2007)

“We bouwen een muur en we trekken ons terug”: Strategisch deskundige Van Creveld pleit voor opgeven Gazastrook en Jordaanoever, (Reformatorisch Dagblad, 12-02-2005)

Geschokte reacties bij EO na oproep tot massamoord, (Reformatorisch Dagblad, 16-04-2002)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer