Nederland zit voor Rehn met zijn begroting op het randje
BRUSSEL. Nederland heeft gisteren van de Europese Commissie groen licht gekregen voor zijn begroting. Maar het zit wel op het randje. „Er is geen enkele speelruimte meer”, benadrukte commissaris Rehn (Economische en Monetaire Zaken) een- en andermaal.
Eerder had hij al met Den Haag afgesproken dat er volgend jaar 6 miljard euro aanvullend moet worden bezuinigd. De plannen die vorige maand uit het overleg zijn gerold tussen kabinet en D66, ChristenUnie en SGP voorzien in dat bedrag. Brussel legt daarom voorlopig geen verdere verplichtingen op. Het accepteert dat het tekort ook in 2014 nog de 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) overschrijdt, de bovengrens volgens de EU-spelregels. Dat heeft nu eenmaal te maken met een economische ontwikkeling die slechter uitpakt dan verwacht, constateerde Rehn.
Tegelijk waarschuwde hij dat de marges op zijn en dat er sprake is van de nodige risico’s. „Nederland zal de komende jaren hard moeten werken om op schema te blijven. Op dit moment zijn geen extra maatregelen nodig, maar elke bewegingsruimte ontbreekt. Uitglijders zijn niet gewenst”, aldus de EU-bestuurder.
Minister Dijsselbloem (Financiën), die gisteren in Brussel was voor een vergadering met zijn Europese collega’s, stelde in een reactie dat het kabinet het op orde brengen van het overheidsbudget hanteert als een van zijn speerpunten. Het oordeel van de Finse commissaris beschouwt hij dan ook als „een ondersteuning van de ingeslagen weg.”
Brussel kijkt tegenwoordig nauwgezet over de schouders van de nationale regeringen mee naar het economisch beleid, met de mogelijkheid om aanbevelingen te verstrekken en in uiterste instantie een boete op te leggen. Woensdag kwam de Commissie met een rapport over macro- economische onevenwichtigheden in de verschillende lidstaten. Gisteren zoomde Rehn in op specifiek de overheidsfinanciën.
Hij kon vaststellen dat op dat terrein in ieder geval vorderingen worden geboekt. Duitsland en Estland leveren de beste prestaties. Rehn plaatst geen van de eurolanden op het strafbankje. Het tekort van de eurozone als geheel zakt volgend jaar onder de norm van 3 procent. De totale overheidsschuld stijgt niet verder, maar stabiliseert op wel een veel te hoog niveau: 96 procent van het bbp, terwijl 60 procent als limiet geldt.