Veling is zeven jaar geleden lid geworden van het CDA. Gerrit Goedhart, destijds Amsterdamse fractieleider, had hem overgehaald. Na een gesprek van drie uur over het gedoogbeleid in Amsterdam, zag Veling zoveel raakvlakken met het CDA, dat hij dacht: waarom ook niet? „We hebben allemaal een christelijke achtergrond en horecabazen horen ook tot het CDA-electoraat.” Zelf komt hij uit een Amsterdams katholiek gezin.

Politie, europarlementariërs, ambassadeurs, allemaal hebben zij Café de Kuil bezocht, gevestigd in een zijsteeg van het Damrak. Elke keer legt Veling uit dat de distributie van coke en XTC-pillen bij uitstek niet in koffieshops plaatsvindt. „Deze plekken zijn een handhavingsmiddel. Cokesnuivers en doorgedraaide pilletjesslikkers komen hier niet”, vertelt Veling.

„In de vijftien jaar dat ik hier werk, heb ik geen vechtpartij meegemaakt, geen wapens gezien, geen dronkaards in mijn kroeg gehad, niks van dat alles,” zegt de kroegbaas. Klassieke muziek klinkt in het bruine café.

Als hij gekozen wordt, wil Veling doorgaan met wat hij al jaren doet: de Amsterdamse bestuurders inlichten over wat er op straat gebeurt. „Het is oorlog op straat. Er is veel agressie en roof. Vroeger werd iemands autoradio gestolen, tegenwoordig krijgt iemand een mes op zijn keel.”