Dat blijkt uit berichten van kerkleiders ter plaatse die deze week naar buiten kwamen. Eerder dit jaar werden er in het christelijke dorp Malula grote verwoestingen aangericht.

Op 21 oktober begonnen jihadisten de belegering van Sadad, dat tussen de Syrische hoofdstad Damascus en de stad Homs ligt. Sadad is van strategisch belang omdat het dorp aan de autosnelweg ligt die Damascus via Homs verbindt met Latakia aan de Middellandse Zee.

Vanaf het begin zag de situatie er slecht uit voor de 15.000 christelijke inwoners van Sadad. De jihadisten trokken in trucks die voorzien waren van zware wapens door Sadad onder het schreeuwen van ”Allah Akbar”.

Een aantal islamitische radicalen ontheiligde onmiddellijk de Syrisch-orthodoxe kerk in Sadad. Vanuit de kerk wilden ze het Syrische leger onder vuur nemen, dat naar verwachting zou proberen de milities te verdrijven.

Selwaros Boutros Alnemeh, de Syrisch-orthodoxe metropoliet van Homs en Hama, deed een dramatische oproep aan de internationale gemeenschap én aan de kerken in het Westen om de christenen van Sadad te redden.

Duizenden van hen bleken door de jihadisten onder mensonterende omstandigheden te worden gegijzeld. Er was geen elektriciteit en er was gebrek aan voedsel en medicijnen. Een aantal christenen was door de extremisten reeds vermoord en op een YouTubefilmpje is te zien hoe hun lichamen op straat liggen.

Op 28 oktober werden de jihadisten verdreven door het Syrische leger. Toen pas werd duidelijk hoe groot de schade was. Sadad bleek compleet vernietigd te zijn en alles was leeggeroofd. Er werden twee massagraven gevonden waarin de lichamen van dertig christenen waren gegooid.