„Kunstwerken lang niet allemaal geroofd”
BERLIJN (ANP/DPA). De enorme verzameling kunstwerken die in München is ontdekt, behoort voor het grootste deel rechtmatig toe aan Cornelius Gurlitt, de zoon van de overleden kunsthandelaar die de werken in de oorlogsjaren opkocht. Dat zegt een Duitse kunsthistoricus die zich bezighoudt met onderzoek naar de herkomst van kunst en de identificatie van roofkunst.
De verzameling zou volgens de berichten bestaan uit kunst die door de nazi’s in beslag werd genomen als „ontaarde kunst” (entartete kunst) of geroofd bij Joodse verzamelaars. Volgens Uwe Hartmann, die bij het staatsmuseum in Berlin het onderzoek naar herkomst van kunst leidt, hebben veel musea en verzamelaars destijds vrijwillig kunst ingeleverd om hun collectie te „zuiveren”.
Hildebrand Gurlitt was door de nazi’s aangewezen als een van de vier kunsthandelaren die met de verkoop van die kunst werden belast. Volgens Hartman heeft Gurlitt de werken zelf gekocht en daarvoor een prijs betaald aan het toenmalige ministerie van Propaganda van de nazi’s. Daarmee werd hij in juridische zin eigenaar van de werken en dat is volgens Hartmann niet veranderd.
„In veel gevallen gaat het niet om roofkunst. Er moet vanuitgegaan worden dat meneer Gurlitt daar rechtmatig over beschikt”, aldus de historicus.