De dood zaait verderf onder groot én klein in Zuid-Sudan
Zuid-Sudan is sinds 2011 het jongste land ter wereld, maar zit tegelijk volslagen aan de grond, als gevolg van vele jaren oorlog. Zo waart de dood rond in Wuji, een gebied in het zuiden en een van de twee locaties waarvoor het RD via de stichting Draagt Elkanders Lasten (DEL) dit jaar zijn lezersactie voert.
Grafieken, statistieken en cijfers. Ik had die middag al heel wat bewijzen van de belabberde levens van mensen in Wuji, een dorp in het zuiden van Zuid-Sudan. gezien en dacht daar nu wel van overtuigd te zijn. Totdat ik bij een hutje twee hopen grond zie – een grote en een kleine, dicht naast elkaar graven van een moeder en haar kind.
Op zo’n moment doen al die cijfers er even niet toe. Cijfers neem je mee onder je arm naar huis, maar stilstaan bij twee graven? Dat grijpt je naar de keel en doet je ter plekke door al je zelfgemaakte vloertjes van „hanteerbare problemen en oplossingen” heen zakken. Die grote hoop en de kleine ernaast, de stilte en verlatenheid eromheen: ze maken de nood in het gebied zó tastbaar en de gevolgen ervan zo onverbiddelijk dat me even al die cijfertjes gestolen kunnen worden.
En zo staan we daar met z’n allen even een beetje te grienen.
Een buurman maakt zich zorgen over de rust bij de graven en komt aangesneld. We horen dat hier Priscilla Kiko en haar zoontje Joseph begraven liggen. Zij was 37 toen ze in oktober vorig jaar stierf. „Aan malaria”, weet de man. De kleine Joseph was ruim anderhalf jaar oud en overleed twee maanden na zijn moeder. Ook aan malaria, zegt de man, die een paar hutten verderop woont.
Het hutje bij de graven is dichtgetimmerd en alles lijkt er verlaten. Dat is ook zo, beaamt de buurman. Uit zijn verhaal maken we op dat de weduwnaar na de dood van zijn vrouw en kind het niet meer zag zitten om hier te blijven. Drie maanden geleden is hij naar de stad vertrokken.
De buurman is verbaasd over onze komst naar deze plek, want, zegt hij: in elk dorp zijn wel zulke graven te vinden.
Modderpoel
Het zou die middag niet bij deze harde confrontatie met de nood in Wuji blijven. Enkele uren daarna zit ik in het hutje van Loice Meling en David Lujang. Na enig heen en weer gepraat is mijn boodschap hen duidelijk. „Oh, u wilt zien waar we ons water vandaan halen? Kom maar mee”, reageert Loice, en even later loop ik over een modderig paadje achter haar en David aan. Hun dochtertje Grace heeft hij op zijn arm meegenomen. „Hier is het”, zegt Loice na een paar minuten, en ze wijst op een kuil met modderig water. „Per dag scheppen we hier wel vijftien jerrycans water uit.” En daar staan ze: een jong echtpaar met hun kindje. In Nederland poseren zulke gezinnetjes in folders met nieuwe keukens of badkamers. Dit gezin staat bij hún kostbare plek: een modderpoel.
Maar het kan kennelijk nog erger, want David zegt zich zorgen te maken over het waterpeil. Ze zijn immers niet de enigen die hier komen scheppen. Zeker 120 andere families doen dat, en nu de droge tijd eraan komt, zou de poel weleens snel kunnen opdrogen. Als dat gebeurt, zit er niets anders op dan uren te lopen naar de dichtstbijzijnde waterpomp. Akkoord, dan hebben ze schoon drinkwater, maar dagelijks twee uur lopen van en naar die pomp, en vaak ook nog eens enkele uren ter plekke op je beurt wachten, dat ontwricht hun leven compleet.
Een waterpomp in de buurt? De ogen van Loice en David glinsteren als ze horen dat we daarvoor in Nederland actie gaan voeren.
En ook Benjamin Lubang (49) en de 39-jarige Rejoice Kiko reageren enthousiast als ze horen dat RD- lezers ervoor willen gaan zorgen dat er in Wuji, naast waterputten, een heuse gezondheidskliniek gaat komen. Zodat er niet nog meer moeders en kinderen sterven door gebrek aan goede medische hulp.
Is er dan helemaal niets in Wuji waar gezinnen terechtkunnen met malaria of andere ziekten? Zeker wel. Er is een heuse Primary Health Care Unit, zoals dat in medisch jargon heet. Mooi verzonnen natuurlijk die naam, maar wat ik daar op een verlaten stuk grond zie, is een roestige container volgestouwd met pillen. Is de plek waar een matras tussen stapels dozen en blikken is gefrommeld soms de spreekkamer voor zwangere vrouwen? „Klopt”, reageert Rejoice. Vanuit (en in) de container werkt ze als consulent voor moeder en kind. Benjamin helpt de mannen en oudere kinderen die bij de container aankloppen. Rejoice wordt regelmatig geconfronteerd met urgente gevallen: zwangere vrouwen met complicaties, kinderen met malaria, infectieziekten of ernstige diarree – vaak veroorzaakt door smerig water.
Uren lopen
Terwijl ze een zwangere vrouw uitnodigt om zich tussen de dozen door te wringen en op het matras te gaan liggen, vertelt ze dat ze vaak moet doorverwijzen, omdat haar containerconsult tekortschiet. Maar de dichtstbijzijnde kliniek is uren lopen. Wat zou een kliniek in dit gebied een uitkomst zijn, beamen Benjamin en Rejoice om het hardst. Akkoord, voor Priscilla en de kleine Joseph komt die te laat. Maar laat hun dood inspireren om aan de slag te gaan. Er zijn rond Wuji hónderden Priscilla’s en Josephs: kwetsbare vrouwen en kinderen wier leven wél gespaard kan worden.
www.steundel.nl voor meer informatie over de actie van Draagt Elkanders Lasten (DEL) voor Zuid-Sudan.