Syrië kan geen chemische wapens meer maken
DEN HAAG/DAMASCUS (ANP). De productiefaciliteiten voor chemische wapens die Syrië heeft opgegeven bij internationale inspecteurs, zijn allemaal volgens schema vernietigd. Dat staat in een document van inspecteurs van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW).
De OPCW had zich in september tot doel gesteld deze klus voor 1 november te klaren. Syrië moet voor halverwege 2014 van zijn chemische wapens af zijn geholpen. Dat vloeit voort uit een door de VS en Rusland opgestelde overeenkomst die de Syrische regering van president Bashar al-Assad behoedde voor Amerikaanse luchtaanvallen. De OPCW in Den Haag is met de uitvoering van de ‘chemische ontwapening’ van het Syrische regime belast.
De Amerikaanse dreiging volgde op de inzet van gifgas rond Damascus op 21 augustus. Daarbij zijn honderden doden gevallen. Assads regering heeft verontwaardigd ontkend chemische wapens te hebben gebruikt en beschuldigde rebellen ervan met het gif internationaal militair ingrijpen te willen uitlokken. Maar volgens Washington hebben regeringstroepen het zenuwgas afgevuurd op rebellengebied aan de rand van de Syrische hoofdstad.
Medewerkers van de OPCW zijn in 21 van de 23 plaatsen in Syrië geweest waar chemische wapens gefabriceerd of bewaard worden. Twee plaatsen waren te gevaarlijk om naar toe te gaan als gevolg van de burgeroorlog. Maar de zaken die daar te maken hadden met chemische wapens, waren eerder al naar elders overgebracht. „De OPCW is tevreden dat de organisatie zich ervan heeft kunnen verzekeren dat alle opgegeven productiemiddelen van alle 23 plaatsen zijn vernietigd”, meldden de OPCW-inspecteurs.
De volgende deadline in het ontwapeningsproces is 15 november. Dan moet de Uitvoerende Raad van de OPCW waarin 41 van de 190 lidstaten zitten, instemmen met een gedetailleerd plan voor de vernietiging van al zijn chemische wapens dat Syrië zelf voor moet leggen.