Minister Siegfried Gilds (Justitie en Politie) heeft verzekerd dat in de loop van 2004 het strafproces tegen de verdachten begint.

In de nacht van 8 op 9 december 1982 werden vijftien tegenstanders van het militaire regime van Bouterse in Fort Zeelandia zonder vorm van proces geëxecuteerd. Jarenlang hebben opeenvolgende regeringen, na de terugkeer van de democratie eind jaren tachtig, verzuimd een onderzoek naar het drama te starten.

Na internationale druk en onophoudelijk aandringen van de nabestaanden werd het openbaar ministerie uiteindelijk opdracht gegeven klaarheid te brengen in de kwestie. Een jaar geleden werden in verband hiermee de stoffelijke resten van de slachtoffers opgegraven voor forensisch onderzoek. Behalve Bouterse, die nu parlementariër is en wordt gezien als een van de kanshebbers om in mei 2005 bij de verkiezingen tot president te worden gekozen, staan nog dertig anderen op de verdachtenlijst. Onder hen zijn vele (ex-)militairen.

Bouterse zelf werd vorig jaar een aantal malen verhoord. Hij heeft altijd ontkend op het moment van de moorden in Fort Zeelandia aanwezig te zijn geweest, maar diverse getuigen spreken dat tegen. De belangrijkste getuige, politicus en vakbondsleider Fred Derby, die als enige van de zestien opgepakte tegenstanders op 9 december levend de plaats des onheils mocht verlaten, is twee jaar geleden overleden.

Het openbaar ministerie in Paramaribo heeft verklaard dat het strafproces al in februari volgend jaar kan beginnen. Maar volgens Gilds is het nog te vroeg om dat met zekerheid te kunnen zeggen. „Het is een megazaak, waarbij de justitiële instanties nauwkeurig te werk moeten gaan bij het samenstellen van de dossiers”, aldus de bewindsman.