‘Syriëgangers’ veroordeeld
ROTTERDAM (ANP). Mohammed G. en Omar H., die naar Syrië wilden gaan om daar mee te doen met de gewelddadige jihad, zijn woensdag veroordeeld voor het voorbereiden van respectievelijk moord en brandstichting. G. hoeft echter niet naar de gevangenis, want volgens de rechtbank in Rotterdam is hij volledig ontoerekeningsvatbaar. H. kreeg 12 maanden celstraf waarvan 4 maanden voorwaardelijk.
De zaken zijn belangrijk voor het Openbaar Ministerie (OM) want het wilde van een rechter horen of het voorbereiden van zo’n reis strafbaar is. Dat is volgens de Rotterdamse rechtbank zo. Maar het OM wilde ook dat de twee veroordeeld zouden worden voor het trainen voor terroristische misdrijven en dat is niet gelukt. Volgens de rechter waren de twee het trainingsstadium al voorbij.
G. bereidde zich voor op deelname aan de gewelddadige jihad in Syrië onder meer door geld in te zamelen, zijn huur op te zeggen, rugzakken in te pakken en jihadistische teksten te lezen. Hij krijgt dus geen straf, maar hij moet wel naar een psychiatrisch ziekenhuis. Hij lijdt aan psychoses, waarin een djinn (geest) hem allerlei dingen opdraagt, zoals naar Syrië gaan. G.’s advocaat Serge Weening toonde zich uitermate blij met de uitspraak. Hij moet het vonnis nog bekijken, maar de kans dat er hoger beroep komt, is klein.
Omar H. wilde volgens de rechtbank opzettelijk brand stichten of een explosie veroorzaken. In zijn huis werden onder meer ontstekingslont, aluminiumpoeder en instructies van internet gevonden hoe explosieven te maken. Het moet hem te doen zijn geweest om mensen te verwonden, meent de rechtbank. H. heeft ook andere mensen opgeruid door teksten en afbeeldingen die oproepen tot gewelddadige jihad te verspreiden.
Ook het OM is tevreden met de uitspraak. Persofficier van justitie Bart den Hartigh:„Het ging ons erom of afreizen naar Syrië, en het treffen van voorbereidingen daarvoor, om daar misdrijven te plegen, strafbaar is. De rechtbank zegt nu dat dit zo is.” Justitie wil dit artikel uit het Wetboek van strafrecht in de toekomst gebruiken tegen personen die daadwerkelijk in Syrië zijn geweest, maar bij wie niet te bewijzen is dat ze daar mensen hebben vermoord.
Den Hartigh zei ook dat er inmiddels onderzoek wordt gedaan naar een aantal teruggekeerde Syriëgangers. Zij worden onderzocht, maar tegen geen van hen is al strafvervolging ingesteld. Het zou gaan om een handvol jihadi’s.