Westerse landen leveren al jarenlang kritiek op de positie van vrouwen in Saudi-Arabië. Volgens deskundigen bij de VN hebben vrouwen veel minder rechten dan mannen in onder meer het huwelijk en bij echtscheidingen, erfenissen en de voogdij over kinderen. Ook in het onderwijs zouden vrouwen een achtergestelde positie hebben.

Bandar bin Mohammed al-Aiban, voorzitter van de Saudische mensenrechtencommissie, zei in een reactie op de kritiek van de Britten dat de sharia (de islamitische wetgeving) en de wetgeving van de staat wel degelijk gelijkheid tussen mannen en vrouwen garanderen. „Saudische vrouwen zijn volwaardige burgers die over hun eigen bezit kunnen beschikken en hun zaken kunnen regelen, zonder dat ze van iemand toestemming moeten krijgen”, zei Aiban.

Tijdens de zitting van de VN-mensenrechtenraad stelden de Britten samen met de Amerikanen ook gevallen van dwangarbeid van migranten in Saudi-Arabië aan de kaak. Bovendien sprak de Amerikaanse delegatie haar zorg uit over het gebrek aan godsdienstvrijheid in het islamitische land.

Ook Duitsland liet van zich horen. De Duitse vertegenwoordiging riep de Saudiërs op het voltrekken van doodvonnissen op te schorten.