Corruptieschandaal in Banten, Indonesië
JAKARTA. Justitie in Indonesië onderzoek momenteel een machtige bestuurdersfamilie in de provincie Banten, het gebied waarover de Nederlandse auteur Eduard Douwes Dekker zijn boek ”Max Havelaar” schreef. De bestuurders worden verdacht van machtsmisbruik en zelfverrijking.
Daarmee lijkt het verleden te herleven. Eduard Douwes Dekker woonde en werkte in de tweede helft van de negentiende eeuw in Rangkasbitung, de hoofdstad van het district Lebak in Banten. Daar was hij getuige van machtsmisbruik tegen de lokale bevolking. Nadat zijn aanklacht tegen de corruptie werd afgewezen door het Nederlands-Indische bestuur nam Eduard Douwes Dekker ontslag.
De huidige gouverneur van Banten, Ratu Atut Chosiyah, zwijgt echter over de vermeende misdaad van haar jongere broer, Tubagus Chaery Wardana alias Wawan. De anticorruptiecommissie KPK verdenkt hem ervan de machtigste rechter in Indonesië te hebben omgekocht. Akil Muktar, het hoofd van het constitutioneel hof, werd eerder deze maand gearresteerd wegens omkoping en samenwerking met Wawan. Het schandaal schokte de Indonesische bevolking, omdat het constitutioneel hof juist bekendstond als een van de weinige integere rechterlijke instanties.
Broer Wawan werd op heterdaad betrapt met 1 miljard roepia oftewel circa 75.000 euro op zak. KPK-onderzoekers vonden rond zijn huis een gigantische collectie dure Italiaanse sportauto’s. De KPK besloot snel ook Ratu als getuige een reisverbod op te leggen, waardoor haar pelgrimstocht naar Mekka niet doorging.
Vorige week hield president Yudhoyono nog een vurig betoog dat de tijd van politieke dynastieën ten einde liep, gezien de corruptieonthullingen in Banten. Een lid van de invloedrijke partij Golkar zei dat Yudhoyono eens goed in de spiegel moest kijken, „aangezien vijftien leden van zijn familie zich kandidaat hebben gesteld voor de parlementsverkiezingen.” Het debat en mogelijk ook de justitiële onderzoeken lijken alles te maken te hebben met die verkiezingen van volgend jaar.