De stoffelijke resten van de slachtoffers van de aanslag in het Iraakse Nasiriya werden ’s ochtends overgebracht van het monument Vittoriano, waar zij lagen opgebaard, naar de basiliek. Honderdduizenden mensen stonden langs de route opgesteld en konden de dienst in het godshuis via televisieschermen buiten volgen.

Dinsdag is uitgeroepen tot een dag van nationale rouw. Scholieren en werknemers namen tijdens de dienst een minuut stilte in acht en winkels gingen kortstondig dicht.

Ongeveer 4000 mensen waren in de basiliek aanwezig bij de eremis. Onder hen waren leden van de Italiaanse regering, premier Berlusconi en president Ciampi. De president liet zijn tranen de vrije loop, terwijl hij een arm om de vader van een van de slachtoffers wierp.

De dienst voor de twaalf leden van de militaire politie, vijf militairen en twee burgers werd geleid door kardinaal Camillo Ruini. Hij prees de slachtoffers als mensen die „gevallen waren voor Italië en de vrede in de wereld".