Deense adviesraad: Houd euthanasie strafbaar
Actieve euthanasie lijkt een goede kans te maken om strafbaar te blijven in Denemarken. De Ethische Raad, adviesorgaan van de regering, kwam donderdag met een lang verwacht rapport, aan de hand waarvan legalisering van actieve doodshulp bij zwaar lijdende patiënten unaniem wordt afgewezen.
Er zijn echter ook sterke krachten actief in de Deense samenleving die actieve euthanasie wettelijk op dezelfde manier willen regelen als in Nederland. Tegelijk met het negatieve advies van de Ethische Raad werd donderdag onder meer op basis van de resultaten van een enquête gezegd, dat actieve euthanasie al in hoge mate illegaal wordt toegepast. Volgens dat onderzoek heeft een op de tien Deense medici actieve doodshulp gepraktiseerd en zijn er bovendien dubbel zoveel artsen die daartoe ook bereid zouden zijn, als ze daarvoor de nodige nascholing zouden kunnen krijgen. Die gegevens werden op tafel gelegd door de voorstanders van actieve euthanasie, die zich hebben verenigd in een organisatie met de naam ”Een waardige Dood”.
De resultaten zijn volgens een bestuurslid van de vereniging gebaseerd op respons van 487 artsen. Voor wat betreft de vereniging is daarmee aangetoond, dat het de hoogste tijd wordt een wettelijke regeling te realiseren, zodat er controle kan worden uitgeoefend. „Op deze manier vlucht men weg voor zijn verantwoordelijkheid en dat veroorzaakt onrust bij de patiënten”, aldus het bestuurslid. Eerder kwam ook de Universiteit van Kopenhagen al met de bewering dat actieve euthanasie al op vrij ruime schaal wordt gepraktiseerd. Van die kant wordt gesteld, dat jaarlijks zo’n 500 patiënten medische hulp krijgen om het terminale proces te beëindigen. In bepaalde gevallen zou dat ook gebeuren zonder dat de patiënt om toestemming is gevraagd, zo meldde de medische faculteit van de genoemde onderwijs- en onderzoeksinstelling.
Uitgaande van de uitkomsten van een donderdag door dezelfde faculteit gepresenteerd onderzoek van in totaal 20.480 sterfgevallen in zes Europese landen waarin is gekeken of die sterfgevallen mede zijn ingetreden door medische stervenshulp, scoort Denemarken een percentage van 1,04. Dat houdt dus in dat ruim een op de honderd sterfgevallen versneld zijn ingetreden door euthanasie dan wel door het stopzetten van de behandeling. In Nederland is het overeenkomstige cijfer 3,04 procent. In Denemarken werd echter maar 0,06 procent van de gevallen als euthanasie geregistreerd. Qua toediening van medicijnen met de uitdrukkelijke wens om het leven af te sluiten zonder dat de patiënt daarom had gevraagd, staan zowel België (in 1,5 procent van de gevallen), Denemarken (0,67 procent) als Nederland (0,6 procent) aan de top. Tot gerechtelijke processen is het in Denemarken echter tot dusver niet gekomen.
De Ethische Raad staat desondanks steviger met zijn afwijzing dan in 1996, toen hij voor het eerst een negatief advies uitbracht. Toen kwam het advies niet volledig eenstemmig tot stand en nu wel. Het huidige advies is het sluitstuk van twee voorafgaande rapporten omtrent de medische zorg rond het stervensproces. In die twee rapporten ging het erom de toegankelijkheid van de geestelijke en psychologische verzorging voor terminale patiënten en om de besluitvorming bij het stopzetten van uitzichtloze medische handelingen, kort gezegd: passieve euthanasie. Die zaken zijn naar het oordeel van de Ethische Raad in principe wettelijk goed geregeld en daarom is actieve euthanasie niet nodig.
De raad erkent echter dat het in de praktijk in Denemarken nog behoorlijk schort aan zorg voor ernstig zieke en stervende mensen. „Maar het mag nooit gebrek aan zorg zijn die leidt tot overwegingen om euthanasie in te voeren”, aldus het adviesorgaan. Voorzitter en ziekenhuisarts Ole Hjartling: „Als we actieve doodshulp invoeren wordt het ook relatief normaal, terwijl we tevens niet zullen kunnen vermijden dat zich situaties voordoen waarin sprake is van onvrijwillige actieve doodshulp. Als er een mogelijkheid wordt gecreëerd, komt er ook een dwang, omdat de patiënt wordt gedwongen de mogelijkheid te overwegen.”
In een speciaal vanwege de presentatie van het rapport georganiseerd debat in Kopenhagen was het tevens Hjartling, die zich afvroeg wat men bedoelt met het begrip een waardige dood. „Is het bijvoorbeeld waardig, dat men de waarde van het leven moet gaan inschatten met het oog op toestemming voor euthanasie? Men kent uit de historie het begrip ’Lebensunwertes Leben’ - levensonwaardig leven. Maar reduceert zo’n inschatting juist niet impliciet de waarde van het leven? En kan doordat men de mogelijkheid tot euthanasie geeft niet juist de lijdende mens afwijzen: „We kunnen best zonder jou.”