De bewijsstukken zijn aan Rusland gegeven door de regering van de Syrische president Bashar al-Assad, aldus minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov. Het is niet duidelijk om wat voor bewijs het precies gaat. Volgens de VN-onderzoekers is bij die aanval het zenuwgas sarin gebruikt, waardoor meer dan 1400 mensen om het leven kwamen.

Rusland uitte woensdag harde kritiek op het VN-rapport over de gifgasaanvallen bij Damascus, dat maandag werd gepresenteerd. De conclusies van de VN-inspecteurs zouden „gepolitiseerd, bevooroordeeld en eenzijdig” zijn. Volgens de Russische onderminister van Buitenlandse Zaken, Sergej Ryabkov, hebben ze een „selectief en incompleet” rapport opgesteld. Hij zei dat tijdens een bezoek in Damascus.

Het rapport van de VN-inspecteurs verscheen maandag. Ze stelden „duidelijk en overtuigend bewijs” te hebben gevonden dat het zenuwgas sarin is gebruikt bij de aanval op 21 augustus. De inspecteurs onderzochten bloed, haar, urine en raketonderdelen van de plaats des onheils. De VN-inspecteurs werden naar Damascus gestuurd om te onderzoeken òf er chemische wapens waren gebruikt, niet om te achterhalen wie daarvoor verantwoordelijk is geweest. Maar op basis van de omstandigheden twijfelen de VS en Frankrijk er niet aan dat het Syrische regime achter de aanval zit.

De Russen willen hun bewijs voorleggen aan de Veiligheidsraad. Het nieuwe gekrakeel belooft weinig goeds voor de pogingen in de raad overeenstemming te bereiken over een resolutie over Syrië. Het is de bedoeling dat de Veiligheidsraad zich daarmee schaart achter een Amerikaans-Russisch plan van vorige week om het Syrische arsenaal aan chemische wapens te ontmantelen.

De inspecteurs van de Verenigde Naties zijn ondertussen van plan terug te gaan naar Syrië om onderzoek te doen naar andere incidenten waarbij mogelijk chemische wapens zijn gebruikt. De experts kunnen daarvoor volgende week al naar het land reizen.