Beide organisaties hebben geadviseerd geen zaken te doen met twee aanbieders van bedrijfsfietsen. Dat gedrag strookt niet met het kartelverbod, liet de NMa gisteren weten.

De Bovag-afdeling tweewielers moet 125.000 euro en de christelijke handelaren 30.000 euro boete betalen. Beide organisaties hebben ook advies gegeven over prijzen, kortingen en marges. Prijsadviezen beperken de onderlinge concurrentie, aangezien ondernemingen zelfstandig hun prijzen moeten vaststellen, aldus de NMa. Volgens Bovag en NCBRM was de marge die de twee aanbieders de rijwielhandelaren boden bij de verkoop van bedrijfsfietsen te laag.

De Mededingingswet staat organisaties toe leden te adviseren over de opbouw van de kostprijs in de branche, op voorwaarde dat de aangesloten bedrijven zelf hun prijzen vaststellen. Daarover mogen ze niet adviseren.

De overtredingen hebben plaatsgevonden in de periode 1998 tot en met 2002. Ruim driekwart van alle fietsendetailhandelaren in Nederland is aangesloten bij een van de twee brancheorganisaties.

Volgens de Bovag jaagt de NMa op antieke spoken. De „zogenaamde” overtredingen zijn volgens de bond begaan in een tijd dat nog niemand wist hoe de nieuwe wet, die de afspraken verbiedt, moest worden uitgelegd. Pas jaren later kwam de NMa met richtsnoeren. „Dit is juridische haarkloverij”, aldus de tweewielerafdeling. De brancheorganisatie vraagt zich af of de NMa niets beters te doen heeft dan het jarenlang bestuderen van dit soort onbelangrijke zaken.