De eerste ‘aanval’ op de omheiningen was in Melilla, de Noord-Afrikaanse enclave die ongeveer 175 kilometer ten zuiden van de Spaanse kust bij Almeria ligt. Daar slaagden naar schatting 200 van de 300 bestormers de enclave binnen te dringen. Volgens de politie waren ze zeer gewelddadig en raakten er zes agenten gewond. De migranten vernielden een stuk afscheiding van 6 meter hoog

Later herhaalden zich dergelijke taferelen in de enclave Ceuta, ongeveer 30 kilometer ten zuiden van Gibraltar. De grensbewaking leek de 350 bestormers de baas te blijven mede dankzij ingrijpen van Marokkaanse collega’s, maar toch slaagden circa 90 mensen erin Ceuta zwemmend te bereiken aan het Tarajalstrand naast de grensovergang.

Melilla was dinsdag precies 516 jaar Spaans. Ceuta werd in 1415 Portugees en is daarmee een van de eerste Europese overzeese gebiedsdelen in Afrika. Het ging in 1668 over in Spaanse handen. De hekken die Ceuta moeten beschermen tegen illegale immigranten hebben de enclave de bijnaam Fort Europa bezorgd.

De stukjes Europees grondgebied aan de Afrikaanse kust, samen slechts net iets meer dan 30 vierkante kilometer, hebben een grote aantrekkingskracht op Afrikanen die een beter leven willen zoeken in Europa. Vorig jaar slaagden bijna 3000 mensen erin de enclaves binnen te dringen.

Het gaat vaak om Afrikanen zonder identiteitsbewijzen uit landen beneden de Sahara. De autoriteiten in de enclaves proberen te achterhalen waar de illegale immigrant vandaan komt en wat voor afspraken met het land van herkomst over het terugsturen zijn gemaakt. Veel illegalen worden na te zijn opgepakt naar het Spaanse vasteland overgebracht. De crisis en de enorme werkloosheid in Spanje heeft toestroom niet verminderd, de enorme hekken wel. Tal van migranten verblijven in Marokko in kampen en zoeken een manier om naar Europa te gaan.