Militairen bevrijden Filipijnse burgers
MANILLA/LONDEN (ANP/EFE). Militairen hebben in de stad Zamboanga in het zuiden van de Filipijnen 116 burgers bevrijd uit handen van moslimrebellen. Dat heeft het leger laten weten, meldde de BBC dinsdag. Het leger zou 70 procent van het gebied dat de rebellen van het Moro Nationaal Bevrijdingsfront (MNLF) hadden ingenomen, hebben heroverd.
De rebellen strijden voor onafhankelijkheid van het islamitische zuiden van de Filipijnen. Zij namen op 9 september delen van Zamboanga op het eiland Mindanao in. Bij hevige gevechten tussen de opstandelingen en militairen kwamen tientallen mensen om.
Een leider van het MNLF meldde dinsdag ook een succes: het front zou het hoofd van de politie in Zamboanga in een hinderlaag hebben gelokt en gevangen hebben genomen. Het succes was echter van korte duur, want enkel uren later werd hij bevrijd. Op hetzelfde moment gaven ruim 20 rebellen zich over. Volgens de minister van Binnenlandse Zaken, Manuel Roxas, had de politiechef de rebellen daartoe overgehaald.
De Moro’s zijn een islamitische minderheid in de Filipijnen, een overwegend rooms-katholieke land. Een paar bewegingen proberen al tientallen jaren om het zuiden met geweld onafhankelijk te maken. De opstand kostte aan naar schatting 200.000 mensen het leven. In 1996 sloten de Filipijnen een eerste akkoord met de separatisten van het MNLF. Dat akkoord sneuvelde echter toen MNLF-leider Nur Misuari verkiezingen voor het gouverneurschap van een autonome regio verloor in 2001.
Het Moro Islamitisch Bevrijdingsfront (MILF), een afsplitsing van Misuari’s MNLF, onderhandelt momenteel met de regering over een vredesakkoord. Het MNLF zou dat met de aanvallen willen saboteren.