„Tijd voor openheid over anti-terreur 9/11”
STRAATSBURG (ANP). Tot nu toe weigeren westerse overheden volledige openheid te geven over hun betrokkenheid bij de anti-terroristische reacties op 11 september 2001. Dat heeft mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa Nils Muižnieks woensdag gezegd. Volgens hem is de dag waarop de wereld de terreuraanslagen van 9/11 herdenkt evengoed geschikt als moment van reflectie op de reactie van de Verenigde Staten en Europa.
De Letse commissaris schrijft woensdag dat de reflex van onwettige arrestaties, agressieve ondervragingen en martelingen onnodig veel extra leed hebben veroorzaakt. Geheimhouding is soms nodig om de veiligheid te blijven garanderen, maar dat mag niet worden misbruikt om mensenrechtenschendingen te verhullen, aldus Muižnieks.
In een in februari verschenen rapport staat dat 25 Europese landen de Amerikaanse geheime dienst CIA hebben geholpen. Ze hebben medewerking verleend bij het oppakken, vervoeren en in het geheim vastzetten van verdachten binnen een „onwettig” anti-terreurprogramma van de Amerikaanse inlichtingendienst. Muižnieks roept al deze landen op om hun politieke en juridische betrokkenheid te onderzoeken. „Dit CIA-programma is niet alleen een grove politieke fout, maar ook een serieuze schending van mensenrechten.”