Eindelijk regeling voor chronisch zieken
Als emotie er ooit toe deed in de politiek, dan woensdag, tijdens de behandeling van het belastingplan in de Tweede Kamer. Op de golven van persoonlijke woede en verdriet bewoog de gehaaide GroenLinks-politicus Vendrik kabinet en Kamer tot het per direct opstellen van een adequate tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten.
Misschien is het te veel eer, want ook de andere oppositiepartijen hielden uiteindelijk voet bij stuk. Het duw- en trekwerk van Vendrik gaf uiteindelijk echter wel de doorslag. Staatssecretaris Wijn van Financiën ging nog woensdagavond laat met de GroenLinks-fractie om tafel om te bekijken hoe de goede wil fiscaal-technisch vorm moest krijgen. Die haast was geboden, want reeds donderdagavond stemt de Kamer over het belastingplan.
Wekenlang had Vendrik al gewerkt aan een amendement om deze kwestie, zoals hij het uitdrukte, „nu eindelijk eens te regelen.” Al jaren bepleit de Kamer een adequate tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten, maar telkens weer stuitten elkaar opvolgende kabinetten op onoverkomelijke problemen. Voornaamste bezwaar bij fiscalisten is dat de groep zo moeilijk af te bakenen valt en dat het risico van oneigenlijk gebruik nogal groot is.
Op Prinsjesdag kwam het kabinet eindelijk met „iets”, erkennen opposanten als Vendrik. Mensen die langer dan twee jaar onvermijdelijke kosten maken in verband met ziekte of een handicap, konden die kosten altijd aftrekken tot hun belastbaar inkomen op nul stond. In de toekomst krijgen zij echter zelfs geld toe. Negatieve belasting heet dat.
Toch strekte dat ingewikkelde „iets” niet tot tevredenheid van de Tweede Kamer. Niet alleen de oppositiepartijen verklaarden het bij de algemene politieke beschouwingen als „veel te weinig”, ook CDA-fractieleider Verhagen deed dat. Die uitspraak werd door Vendrik als financieel specialist van de GroenLinks-fractie gretig genoteerd. Twee weken later eiste hij bij de algemene financiële beschouwingen van het CDA boter bij de vis.
Tot zijn grote woede liet het CDA echter weten te willen wachten op de behandeling van het belastingplan en eventueel zelfs op de behandeling van de zorgbegroting, die over anderhalve week op de agenda staat. Vendrik zag zich derhalve genoodzaakt te wachten tot afgelopen maandag. Zijn zorg sloeg om in vreugde toen CDA-kamerlid Van Vroonhoven tijdens dat debat welwillend reageerde.
Des te groter was de teleurstelling toen woensdagochtend bij aanvang van de plenaire voortzetting bleek dat Van Vroonhoven niet alleen het GroenLinks-amendement verwierp, maar ook niet met een eigen voorstel kwam. Met trillende stem fulmineerde Vendrik tegen zo veel „lafheid”: „Voorzitter, ik baal als een stekker. Ik ben echt boos. We kunnen het nu regelen, maar er gebeurt niets.” Een glaasje water was nodig om zijn betoog fatsoenlijk te kunnen afronden.
Die emotionele uitbarsting, die de CDA-politici Van Vroonhoven en Wijn duidelijk niet onberoerd liet, bleef de hele dag als een onweerswolk boven het belastingdebat hangen. Vendrik kreeg steun van zijn collega’s Kant (SP), Bussemaker (PvdA), Rouvoet (CU) en Van der Vlies (SGP). Dat staatssecretaris Wijn aangaf dat er in het amendement van Vendrik juridische en fiscale onvolkomenheden zaten, konden zij billijken, maar niet dat het CDA zich bij die situatie zou neerleggen.
Van Vroonhovens verweer dat de Kamer niet bij machte is dermate ingewikkelde belastingwetgeving te amenderen, riep veel kritiek op. Onbestaanbaar, aldus ChristenUnie-leider Rouvoet, die erop wees dat regeren vooruitzien is en niet vooruitschuiven. Zijn SGP-collega Van der Vlies waarschuwde dat de CDA-redenering in feite beknibbelt op het parlementaire recht van amendement.
Onder deze omstandigheden telde staatssecretaris Wijn zijn knopen. Door aan te bieden de zaak „in de komende uren” samen met Vendrik te regelen, behoedde hij de GroenLinkser voor een nieuwe woede-uitbarsting en zijn eigen CDA voor ernstig gezichtsverlies.