Hollande zit klem: hij moet iets doen in Syrië
PARIJS. Enkele dagen geleden zag een ruime meerderheid van de Fransen niets in een militaire operatie tegen de Syrië. Eerst moest maar aangetoond worden dat Assad de hand had in de gifgasaanval van 21 augustus. Die bewijzen kwamen er, maandag aan het eind van de middag.
De Franse premier Jean-François Ayrault presenteerde maandagmiddag een reeks documenten waaruit volgens de militaire inlichtingendienst onomstotelijk bleek dat het leger van de Syrische president Bashar al-Assad verantwoordelijk moet worden gehouden voor de aanval met chemische wapens op een buitenwijk van Damascus.
De Fransen vonden in verschillende urine- en bloedmonsters sporen van het gifgas sarin. De inzet van dat type gifgas moet voorts blijken uit de tientallen video’s die door experts werden onderzocht. Het beeldmateriaal is volgens de Fransen authentiek en kan niet door de Syrische oppositie gemanipuleerd zijn.
De bewijzen moeten het draagvlak onder de Franse bevolking voor een militaire vergeldingsaanval flink vergroten. Of die steun er ook daadwerkelijk komt, is nog maar de vraag. Franse parlementsleden die bij de presentatie aanwezig waren, bleken na het zien van de documenten niet allemaal overtuigd van de noodzaak van een militaire vergeldingsoperatie. Het Franse rapport spreekt over zeker 281 slachtoffers en dat komt niet in de buurt van het getal waarmee de Amerikanen kwamen. Volgens de VS zouden er bij de gifgasaanval meer dan 1400 burgers zijn omgekomen.
Verschillende Franse parlementsleden zitten met prangende vragen. Hoe zit het met de Franse belangen in de regio? Mocht Assad als gevolg van een militaire operatie het onderspit delven, wie komen er dan aan de macht? Krijgen we er dan een Irak bij? Kortom: voor een aantal parlementsleden is het blijkbaar niet duidelijk wat de visie achter de strategie van de Franse president François Hollande is.
Omdat er verstrekkende gevolgen kunnen kleven aan een aanval zijn verschillende leden van de rechtse oppositie van mening dat het parlement daarom eerst goedkeuring moet geven aan een militaire operatie. De regering beloofde weliswaar een debat over een militair ingrijpen, maar de rechtse oppositie vindt dat er ook gestemd moet worden.
Een dergelijke parlementaire goedkeuring heeft Hollande in principe niet nodig. In de Franse grondwet staat dat de president als opperbevelhebber van het leger in principe zelf kan beslissen wanneer hij de tijd rijp acht voor een militaire actie.
Exclusief interview
De polemiek over de noodzaak van een stemming na het debat werd maandagavond nog flink aangewakkerd vanuit onverwachte hoek. In een exclusief interview met de krant Le Figaro voerde de Syrische president Assad de druk op Parijs flink op. Hij liet kalmpjes weten er niet voor terug te deinzen om een Franse operatie meteen te vergelden met een aanval op Franse doelen.
Voor Hollande staat er veel prestige op het spel. Hij had immers, net als de Amerikaanse president Obama, al meteen gezegd dat deze aanval met chemische wapens niet onbestraft mocht blijven. Frankrijk heeft volgens Hollande een morele verplichting ten aanzien van de slachtoffers en hij wil daarom een duidelijk signaal afgeven: een land dat besluit om dit soort onmenselijke wapens in te zetten, moet rekenen op een militaire reactie van de Fransen.
Hollande heeft zich door dit te roepen in een wel heel lastige positie gemanoeuvreerd. Zijn reputatie als president kan een flinke deuk krijgen als hij niet de daad bij het woord kan voegen. Van een eenzijdige Franse militaire operatie wil Hollande niets weten. Maar wat gebeurt er als straks het Amerikaanse Congres weigert goedkeuring te geven en Obama vervolgens zijn oorlogsschepen terugroept? Dan staat Hollande er alleen voor, zowel thuis als op het internationale toneel.