Over de oorzaak van de explosie, die zich kort voor elf uur (negen uur onze tijd) voordeed, is officieel nog niets bekend.

Ooggetuigen vertelden dat zij hadden gezien hoe een vrachtwagen met explosieven bij de ingang van het hoofdkwartier ontplofte.

In het zuiden van Irak bevinden zich ongeveer 2300 Italiaanse militairen en politiemensen. Veel van hen zijn in Nasiriya gelegerd, waar het tot dusver vrij rustig is geweest.

Nasiriya ligt vlak bij de grens van de provincie Al Muthanna, waar 1100 Nederlandse militairen zijn gelegerd.

De Italiaanse premier Berlusconi zei in een reactie op het bloedbad dat zijn land zich niet laat intimideren door de aanslag. „Intimidatie zal ons niet doen afwijken van onze wil het land te helpen weer op te staan en zichzelf weer op te bouwen met zelfbestuur, veiligheid en vrijheid", aldus de premier.

Ook president Ciampi liet zich in vergelijkbare woorden uit. Nadat het staatshoofd de nabestaanden van de slachtoffers had gecondoleerd, zei hij dat Italië doorgaat met zijn „rol te vervullen aan de zijde van onze bondgenoten en de Verenigde Naties in de strijd tegen het internationaal terrorisme", aldus de president. Ciampi zei dit vlak voor zijn vertrek naar Washington, waar hij een ontmoeting heeft met president Bush en secretaris–generaal Kofi Annan van de Verenigde Naties.