Geschiedenis

Kleppe onderzocht gebruik foto’s in geschiedenismethodes

Martijn Kleppe gaat in zijn proefschrift na welke foto’s steeds opduiken in geschiedenismethodes. „Ik vind dat je duizend woorden nodig hebt om één beeld te begrijpen.”

Jan-Kees Karels
2 September 2013 18:16Gewijzigd op 15 November 2020 05:36
Werkloze banketbakker ‘solliciteert’ met zelfgemaakt reclamebord, circa 1935.Foto Nationaal Archief/Spaarnestad Photo/A. Hakeboom
Werkloze banketbakker ‘solliciteert’ met zelfgemaakt reclamebord, circa 1935.Foto Nationaal Archief/Spaarnestad Photo/A. Hakeboom

Historicus Martijn Kleppe (1979) studeerde geschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In de opleiding was weinig aandacht voor het gebruik van beeldmateriaal, merkte hij. Kleppe volgde een college over het gebruik van beeldmateriaal, en toen was zijn belangstelling gewekt. „Ik ben stage gaan lopen bij World Press Photo. Wat mij fascineerde was dat uit een enorme berg foto’s bij zo’n wedstrijd –er worden er meer dan 100.000 ingestuurd– er één als winnende uit de bus komt. Dat wordt dan de foto van het jaar, die de hele wereld overgaat. Met name door dat proces was ik gefascineerd.”

Welk beeld uit je eigen schooltijd is je bijgebleven?

„Mijn geschiedenisleraar op het vwo liet een foto uit 1945 zien: Amerikaanse militairen hijsen op het eiland Iwo Jima de vlag. Die foto had ik toen nog nooit gezien, niemand in de klas trouwens. Maar in Amerika kent elke scholier deze foto: hij gaat over de strijd van de Amerikanen in Azië, waar wij weinig van weten. De foto maakte mij duidelijk hoe belangrijk een context is. Je brengt je persoonlijke achtergrond mee bij het bekijken van foto’s.”

Wat is een icoonfoto precies?

„Ik onderscheid drie niveaus. Je hebt als de productie: de foto op zichzelf, wat staat erop, is de foto esthetisch bijzonder? Het tweede niveau is de verspreiding van de foto. Een icoonfoto is door heel veel mensen gezien, niet alleen op het moment van het gebeuren, maar ook jaren later. De derde laag is de symbolische betekenis. Je kunt een icoonfoto gebruiken voor meerdere verhalen, dat is de kracht ervan. Neem de foto van Wilhelmina tijdens een uitzending van Radio Oranje in Londen. Je kunt met leerlingen praten over hoe Wilhelmina eruit ziet. Je kunt het hebben over de rol van Oranje in de Tweede Wereldoorlog. Je kunt het hebben over het opkomend gebruik van massamedia in die tijd.”

Een ander voorbeeld, door u uitvoerig geanalyseerd: Troelstra, die de menigte toespreekt.

„Ik heb ontdekt dat deze foto voor drie verhalen wordt gebruikt. Leraren vertellen over de persoon Troelstra en de ontwikkeling van de sociaaldemocratische stroming in Nederland. De foto is gemaakt in 1912 bij de invoering van het algemeen kiesrecht, dat is het tweede verhaal. Maar we kennen deze foto vooral van de mislukte revolutiepoging die Troelstra heeft gedaan in 1918. In een op de drie schoolboeken die ik heb geanalyseerd wordt de foto daarvoor gebruikt. Terwijl de foto zes jaar eerder is gemaakt. Hij wordt dus verkeerd gedateerd. Ik begrijp dat wel, want er zijn geen foto’s van die revolutiepoging, en de foto leent zich qua beeld er goed voor, maar slordig is het natuurlijk wel.”

U interviewde samenstellers van geschiedenisboeken voor scholen. Wat is een rode lijn?

„De leraar bepaalt welk boek gebruikt gaat worden. Leraren hebben het druk, dus die gaan een boek niet van voren naar achteren lezen. Ze bladeren erdoorheen, kijken naar de plaatjes, sommige dingen lezen ze. En dan moet er een balans zijn tussen nieuwe platen en platen die ze al kennen. Als het over de Vietnamoorlog gaat, en de foto over het „napalmmeisje” staat er niet in, dan denkt een docent algauw: Dit kan geen goed boek zijn. Wat je verder ziet is dat degenen die de foto’s voor de boeken kiezen, dezelfde mensen zijn die de teksten schrijven. Ze schrijven eerst de tekst en gaan daarna de plaatjes zoeken. Ze hebben geen tijd om een dag in een archief te zitten, dus tikken ze in Google gewoon ”Troelstra” of ”Dolla Mina” in. In negen van de tien gevallen komt dan de bekende foto naar boven.”

Weet u ook hoe kinderen reageren op de foto’s?

„Nee, ik heb geen onderzoek gedaan onder scholieren. Dat zou ik heel graag willen, en ik doe nu ook een experiment ermee. We hebben een game, mijnicoonfotos.nl, waar mensen hun eigen icoonfoto’s kunnen kiezen. Je voert leeftijd en geslacht in, en kiest dan van een aantal gebeurtenissen de foto die deze volgens jou het beste verbeeldt. Er hebben al meer dan duizend mensen meegedaan. Zeker bij Pim Fortuyn zie ik interessante verschillen ontstaan. Ik heb zelf Fortuyn bewust meegemaakt, mijn associatie is vooral dat hij vermoord is. Dus ik denk aan die foto dat hij op de grond ligt, in het Mediapark in Hilversum. Maar kinderen van 12, 13 jaar hebben hem niet bewust meegemaakt. Die kennen hem alleen maar van de verhalen. Het verhaal van Fortuyn is nu vooral het verhaal van de populistische stroming. En daar is de at-your-service-foto een mooi voorbeeld van.”

Welke foto’s komen het meest voor in de geschiedenisboeken?

„Ik heb een toptien van icoonfoto’s samengesteld. Daarin zitten de foto’s van Troelstra en Dolle Mina, maar ook bijvoorbeeld de foto van de soevereiniteitsoverdracht van Indonesië in 1949, de foto van de rookbom tijdens het huwelijk van Beatrix en Claus in 1966 of van de provo’s die het Lieverdje in Amsterdam een oranje sjerp omdoen en in brand steken. Interessant is een foto van de crisis in de jaren dertig, die in deze tijd ook weer wordt gebruikt. Op de foto loopt een man met een bord: ”Wie helpt mij aan werk, onverschillig wat”. En de foto van de inhuldiging van Juliana in 1948 is veel in het nieuws geweest, omdat het kunstgebit van Wilhelmina losvloog, toen ze ”Leve de koningin” zei. Daar is een videofragment van.”

Welke les zou uit het onderzoek getrokken kunnen worden?

„Dat je altijd kritisch met beeldmateriaal moet omgaan. Als historicus leer je dat je kritisch met bronnen moet omgaan, maar dat geldt ook voor foto’s. Je weet heel vaak niet waar je naar kijkt. In het conflict in Syrië zie je dat ook: je weet niet wie die beelden van de gifgasaanvallen op internet heeft gezet, het zou zomaar Irak tien jaar geleden kunnen zijn. Waar kijk ik eigenlijk naar? Wat is het verhaal erachter?

Je hebt het bekende gezegde: één beeld zegt meer dan duizend woorden. Maar ik vind dat je duizend woorden nodig hebt om te begrijpen waar je naar kijkt.”

www.mijnicoonfotos.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer