Britse officier ontkent verminkingen Irak
LONDEN (ANP). Een Britse onderzoekscommissie heeft maandag voor het eerst een van de officieren gehoord die ervan worden verdacht dat ze in mei 2004 in Irak gevangenen hebben mishandeld en gedood. Dat zou zijn gebeurd na de zogeheten Slag om Battle Boy, genoemd naar een Britse checkpoint bij Majar al-Kabir.
Kolonel Adam Griffiths was de eerste van 200 militairen die voor de commissie moet verschijnen. Hij zei dat de beschuldigingen zijn gebaseerd op „ongefundeerde geruchten”, die door de opstandelingen in de wereld zouden zijn geholpen om de coalitietroepen in Irak zwart te maken, meldde de BBC.
De onderzoekscommissie moet helderheid werpen op de dood van meer dan 20 Irakezen. Volgens de advocaten van de nabestaanden zijn de mannen gevangengenomen en later mishandeld en gedood. Het Britse ministerie van Defensie, de officieren en hun advocaten ontkennen de beschuldigingen stellig en zeggen dat de mannen op het slagveld zijn gesneuveld.
Opstandelingen overvielen de Britse militairen, waarop een gevecht ontstond dat 3 uur duurde. Daarbij werden ook bajonetten gebruikt.
De coalitietroepen vervoerden volgens Griffiths tegen de gewoonte in na afloop 12 lichamen van opstandelingen naar de basis, omdat het hoofdkwartier wilde onderzoeken of één van hen het jaar ervoor betrokken was geweest bij de moord op zes leden van de militaire politie.
De kolonel zei dat de geruchten waarschijnlijk ook te maken hadden met „de onkunde van de lokale bevolking over de traumatische verwondingen die mensen oplopen tijdens een slag”. De doden hadden schotwonden, gebroken botten en ledematen die in een onnatuurlijke hoek lagen, die volgens Griffiths overeenkomen met verwondingen op een slagveld. Hij ontkende categorisch dat er opstandelingen zijn mishandeld of vermoord.