In totaal 103 officieren, onder wie veel generaals en een voormalige chef-staf, worden beschuldigd van betrokkenheid bij de staatsgreep tegen de regering van de toenmalige premier Necmettin Erbakan.

De zaak kan naar verwachting jaren duren en is het zoveelste teken dat de ooit zo grote macht van de Turkse militairen ernstig is beknot. Ongeveer een derde van de aangeklaagden zit in voorarrest. Onder de beschuldigden zijn generaal Ismail Hakki Karadayi, chef-staf van 1994 tot 1998, en de voormalige commandant van de landmacht, generaal Erdal Ceylanoglu. Hij zou tanks in de straten van Ankara hebben gepositioneerd vlak voor de militaire interventie.

De coup in 1997 werd een ‘post-moderne’ staatsgreep genoemd, omdat de generaals vooral druk achter de schermen uitoefenden om de regering ten val te brengen. Bovendien bleven ze niet zelf aan de macht, zoals na staatgrepen in 1960, ’71 en ’80, maar hielden ze zo snel mogelijk nieuwe verkiezingen.

Meer dan 250 officieren, journalisten, wetenschappers en oppositieleden werden vorige maand veroordeeld om een andere couppoging. Vorig jaar werden 300 officieren veroordeeld omdat ze bij weer een andere couppoging hadden geprobeerd de huidige premier Tayyip Erdogan af te zetten.

De spanning tussen politiek en militairen stamt uit de jaren 20 van de vorige eeuw, toen de Turkse vader des vaderlands Mustafa Kemal Ataturk op de restanten van het Ottomaanse rijk de basis legde voor de huidige seculiere republiek. Daarbij kreeg het leger nadrukkelijk de rol om die nieuwe orde te bewaken, wat resulteerde in een reeks staatsgrepen en pogingen daartoe.