Buitenland

Bremer met spoed terug naar VS

President Bush heeft dinsdag onverwacht zijn ’stadhouder’ in Irak Paul Bremer voor spoedberaad teruggeroepen. In Irak dreigt namelijk de veiligheidssituatie uit de hand te lopen. Bremer overlegde met minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell, met minister van Defensie Donald Rumsfeld en met nationaal veiligheidsadviseur Condoleezza Rice.

Van onze correspondent
12 November 2003 11:14Gewijzigd op 14 November 2020 00:43

De Amerikaanse regering raakt klaarblijkelijk gefrustreerd over de trage voortgang bij het werk van de door Washington benoemde Iraakse bestuursraad. Die zou half december met een ontwerp voor een nieuwe grondwet moeten komen, maar het ziet er niet naar uit dat dit gaat lukken. Bremer klaagde enkele dagen geleden tegenover een Amerikaanse parlementaire delegatie over de leden van de bestuursraad die zich volgens hem meer met hun eigen zaken bezighouden dan met de toekomst van Irak.

Bremer was een week geleden ook al in Washington en het feit dat hij dinsdag onverwacht terugkeerde duidt erop dat er beslissingen te verwachten zijn. Een van Washingtons opties is de benoeming van een Iraakse interim-leider in Bagdad plus het opstellen van een voorlopige grondwet als juridische basis voor een tijdelijk bestuur. Dat biedt de mogelijkheid dat de Amerikanen op betrekkelijk korte termijn een aantal taken overdragen aan dit bestuur. Eenzelfde scenario werd in Afghanistan gevolgd.

De regering-Bush wil zich duidelijk terugtrekken uit de vuurlinie, letterlijk en figuurlijk. De dagelijkse tol aan doden in Irak wordt in toenemende mate een politieke belasting voor de president, die er door critici van beschuldigd wordt geen duidelijk omschreven plan voor Irak te hebben. Bush wil volgend jaar herkozen worden voor een tweede ambtstermijn en er moet daarom „politieke ruimte” gecreëerd worden tussen de president en de chaotische en bloedige dagelijkse werkelijkheid in Irak.

Begin vorige maand werd Condoleezza Rice benoemd tot eerste coördinator voor het Irak-beleid in plaats van minister Rumsfeld. Ook die benoeming werd gezien als een duidelijke manoeuvre om president Bush het komende jaar politiek af te schermen, onder meer van de soms weinig diplomatieke uitspraken en manoeuvres van Rumsfeld.

Bush koppelde de operaties in Irak en Afghanistan dinsdag aan de bescherming van Amerika zelf. „Onze missie in Afghanistan en in Irak is duidelijk voor onze militairen en duidelijk voor onze vijanden. Onze militairen vechten duizenden mijlen van het thuisfront om ervoor te zorgen dat de vijand niet kan opereren in het hart van Amerika”, aldus Bush tijdens een van zijn redevoeringen op Veterans Day, de dag waarop de Amerikanen hun veteranen uit alle oorlogen eer bewijzen. Bush omschreef Amerika als „een land in oorlog.” Hij sprak zijn medeleven uit met de nabestaanden van militairen die in Afghanistan en Irak „zijn omgekomen voor een goede en rechtvaardige zaak.”

Guerrillastrijders hebben dinsdag na zonsondergang enkele mortiergranaten afgevuurd op het centrum van Bagdad. Twee daarvan sloegen in in de zogenoemde groene zone, waar het regeringscentrum is gevestigd. Er werd geen melding gemaakt van slachtoffers, ook niet op de zes andere plaatsen waar granaten neerkwamen. Volgens het Voorlopig Coalitiegezag (CPA) is het hoofdkwartier van de coalitie in het Paleis van de Republiek onbeschadigd.

Het Amerikaanse leger heeft zo’n twintig mensen opgepakt die werden verdacht van banden met al-Qaida, maar voor geen van hen kon die verdenking hard worden gemaakt. Dat heeft de commandant van de Amerikaanse troepen in Irak, luitenant-generaal Ricardo Sanchez, dinsdag verklaard.

De Verenigde Staten zeggen dat buitenlandse strijders, onder wie leden van het terreurnetwerk van Osama bin Laden, naar Irak zijn gekomen om aanslagen te plegen op de westerse bezettingsmacht. Onder de arrestanten waren volgens Sanchez Jemenieten, Sudanezen, Syriërs en Egyptenaren.

In een dinsdag vrijgegeven rapport van Medact, een actiegroep van Britse artsen en verpleegkundigen wordt gesteld dat tussen de 21.000 en 55.000 mensen zijn omgekomen tijdens de militaire campagne om Saddam Hussein ten val te brengen. Het overgrote deel van de doden waren Iraakse soldaten en burgers. Het aantal burgerslachtoffers wordt op basis van diverse bronnen geschat op tussen ruim 7700 en 9500. Het aantal gesneuvelde Iraakse militairen tijdens de Amerikaans-Britse veldtocht naar Bagdad is volgens Medact moeilijk te bepalen en wordt geschat tussen de 13.500 en 45.000, waarbij aangetekend wordt dat het aantal zich waarschijnlijk dicht in de buurt van de laagste schatting bevindt.

Volgens Medact zal de oorlog ook de komende jaren nog ernstige negatieve effecten hebben op het Iraakse milieu en de gezondheid van een groot aantal Irakezen. De artsenorganisatie wijst in haar rapport ”Continuing Collateral Damage: The Health and Environmental Costs of War on Iraq 2003” onder meer op de schade aan waterzuiveringssystemen, het niet uitvoeren van vaccinatieprogramma’s en de beperkte medische voorzieningen. Ook verwacht Medact dat de komende jaren een groot aantal Irakezen met psychische stoornissen te maken zal krijgen die veroorzaakt zijn door de oorlog. Ook het Iraakse milieu heeft ernstige schade opgelopen.

Honderden kunstvoorwerpen uit de oudheid die na de val van Saddam Hussein uit het Iraaks Nationaal Museum in Bagdad zijn geroofd, zijn dinsdag bij het museum terugbezorgd. Twee belangrijke stukken, een koperen beeld van een zittende man uit het Akkadische tijdperk van 2300 voor Christus en een komfoor van hout en brons uit 850 voor Christus, werden enige tijd geleden op verschillende plaatsen in Bagdad gevonden bij een zoekactie van Amerikaanse soldaten en Iraakse politieagenten.

Museumdirecteur Donny George Youkhana sprak van een „grote dag” nu het museum weer in het bezit is gesteld van „twee meesterwerken, niet alleen van het Iraakse museum, maar van de mensheid.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer