„VN-conclusies gifgas speelbal politiek”
RIJSWIJK (ANP). De inspecteurs van de Verenigde Naties die sinds maandagochtend onderzoek doen naar de mogelijke gifgasaanval in Syrië, trekken bewust geen conclusies over de schuldvraag. „Zodra het onderzoeksrapport gereed is, worden de conclusies toch door Rusland, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en China politiek ingekleurd”, stelt Jan Rozing, voormalig VN-inspecteur in onder meer Irak en gepensioneerd celbioloog aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Dat is volgens hem destijds ook door de Amerikaanse president George W. Bush gedaan in het onderzoek naar de massavernietigingswapens in Irak. „We hebben als VN-inspecteurs daarvoor in 2002 en 2003 nooit bewijzen gevonden, maar de wereld werd een ander verhaal verteld.”
De VN-inspecteurs die onderzoek verrichten naar de vermeende gifgasaanvallen in het noorden, oosten en zuiden van Damascus, houden zich volgens Rozing louter bij de feiten. Voor zover bekend zijn de inspecteurs maandag naar een voorstad ten zuidwesten van Damacus geweest, Mouadamiya. Deze plaats zou ook met gif zijn bestookt. Daar zouden zij met getuigen hebben gesproken.
Het onderzoek komt naar zijn zeggen volledig neutraal tot stand. Inspecteurs van de Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons (OPCW) in Den Haag analyseren onder VN-mandaat de gang van zaken, de feiten, omstandigheden en toedracht. De onderzoekers zijn onafhankelijk. Dat was volgens Rozing bij eerdere onderzoeken van Unscom namens de VN niet altijd het geval.
Door de veronderstelde gifgasaanvallen in Ghouta en andere voorsteden in het noordoosten, oosten en zuiden van Damascus, kwamen woensdag naar schatting van Artsen zonder Grenzen 355 mensen om het leven, onder wie 54 kinderen. Het regime van president Bashar al-Assad en de strijders van de Syrian National Coalition geven elkaar de schuld.