Analyse: Interventie in Syrië roept nog veel vragen op
APELDOORN. De Verenigde Staten zinspelen op een interventie in Syrië. Die weg ligt echter vol voetangels en klemmen.
De Amerikaanse president Barack Obama en de Britse premier David Cameron hebben zaterdag in een lang telefoongesprek over ingrijpen in Syrië gesproken. Concrete besluiten zijn nog niet genomen, maar beiden verdenken het regime ervan verantwoordelijk te zijn voor een gifaanval. De Franse president François Hollande zei zondag dat ook hij dat denkt en bestraffing van de daders wil.
De teerling is nog niet geworpen, maar het begint er nu wel om te spannen. De Amerikaanse minister van Defensie, Chuck Hagel, zei zondag dat de regering-Obama nog bezig is met het verzamelen en analyseren van informatie over de vermeende gifgasaanval van woensdag.
Hagel wilde niet in detail ingaan op de afwegingen die de VS maken. „Er zijn risico’s en gevolgen voor elke optie”, aldus de minister. „Je komt tot de centrale vraag wat het doel is als je wel of niet actie onderneemt. Al deze inschattingen worden nu gemaakt.” Er wordt rekening gehouden met diverse factoren, zoals juridische kwesties en internationale steun voor een eventueel militair ingrijpen.
Obama toonde zich vooralsnog terughoudend als het gaat om ingrijpen in Syrië. Een jaar geleden stelde hij nog dat er een ”rode lijn” wordt overschreden als Syrië chemische wapens inzet, maar Obama heeft zich nog niet uitgelaten over de vraag of die lijn nu is overschreden. Vrijdag wees hij erop dat voor een ingrijpen internationale steun nodig is. „Als de VS weer een land aanvallen zonder VN-mandaat en zonder duidelijk bewijs om die aanval te rechtvaardigen, is het de vraag of dat volgens het volkenrecht mag.”
Daarbij komt de vraag wat het eigenlijke doel van het ingrijpen zou zijn. Is dat het vernietigen van de chemischewapendepots? En wat daarna? Moet een interventie vrij baan creëren voor de oppositie? De Syrische oppositie is versnipperd en kent een prominente radicaalislamitische tak: al-Nusra. Niemand zit te wachten op een nieuw extremistisch bolwerk in het Midden-Oosten.
Daarnaast is de kans reëel dat Hezbollah uit Libanon en Iran zich in het conflict zal mengen. Dat maakt een overwinning moeilijker. Bovendien raakt zo de hele regio (nog meer) betrokken.
Groot-Brittannië en Frankrijk lieten maandagmorgen doorschemeren dat actie tegen Syrië ook mogelijk is buiten de VN-Veiligheidsraad om. En als een internationale coalitie actie onderneemt tegen Syrië wil ook Turkije daaraan meedoen, zelfs als er daarover geen consensus bestaat in de VN-Veiligheidsraad.