Duitse verkiezingscampagne overschaduwd door affaire over pedofilie
Al voordat afgelopen week de Duitse verkiezingscampagne begon, was er een schandaal: de pedoaffaire. De wetenschapper die onderzoek doet bij de Groenen heeft beloofd dat er nog meer onthullingen volgen voordat de kiezer spreekt. Alle partijen zijn gewaarschuwd.
De Wiesbadense liberaal Dagmar Döring dacht een rustig weekeinde in te gaan. Maar toen belde ineens de Frankfurter Allgemeine Zeitung met wat citaten uit een artikel dat zij in 1980 had geschreven.
In dat opstel voor het boek ”Pädophilie heute”, dat handelt over de „seksuele bevrijding van kinderen”, vertelde ze over een „intensieve betrekking” met een kind. „Geen man of vrouw maar alleen een kind –vooral een meisje– kan mijn wensen (…) bevredigen”, schreef ze.
Een pedoseksuele vriend van haar had meegemaakt dat een relatie met een jongen werd ontdekt en bestraft. Deze „wetten” zouden moeten veranderen.
Toen Döring dit schreef, was ze nog een 19-jarige student. Inmiddels is ze ervaren als journalist, regeringswoordvoerster en zakenvrouw. Bovendien is ze getrouwd en moeder van drie kinderen. Binnen de liberale FDP is ze voorzitter van de vrouwenafdeling in de deelstaat Hessen.
Ze had graag op 22 september gekozen willen worden voor de Duitse Bondsdag, maar dat gaat nu niet door. Vorige week begreep ze dat ze haar kandidatuur moest intrekken. Officieel is het daar te laat voor, dus zal haar naam wel op de kieslijst staan. Dat maakt het extra pijnlijk.
In een verklaring stelde Dagmar Döring vorige week zaterdag dat haar opstel „vandaag als volledig onacceptabel en als een grote fout” moet worden gezien. Ze noemt het „onvoorstelbaar pijnlijk” dat ze wordt gedwongen te kijken naar haar spiegelbeeld van 33 jaar geleden. Want in de tussentijd had ze deze geschiedenis „volledig verdrongen.”
Eén bijzin in haar verklaring was helemaal opvallend. Want hoewel ze haar opstel „in de vorm van een ervaringsverhaal” had geschreven, „was er niets waaraan ze zich schuldig had gemaakt.” Haar zinnen over de seksuele betrekking met dat meisje waren dus op fantasie gebaseerd.
Fantasie, fictie. Die woorden zijn eerder gevallen in deze affaire. Toen eind april de Europarlementariër van de Duitse Groenen, Daniel Cohn-Bendit, werd geconfronteerd met een soortgelijke tekst uit 1975 waarin hij schreef over contacten met een jongetje, stelde hij ook dat het hier om fictie ging.
Het zou natuurlijk kunnen dat deze stijlvorm destijds populair was onder de revolutionairen. Maar toch roept dit verweer in deze kwestie meer vragen op dan het beantwoordt. De teksten zelf bevatten immers geen aanwijzingen dat de eerste lezers in 1975 en 1980 dit als fantasie moesten lezen. Bovendien is dan de vraag of de pedoseksuele vriend van Döring ook was verzonnen, of berustte dat verhaal op waarheid?
Pedoseksualiteit is een van de weinige punten waarop de huidige moraal strakker is dan in de jaren zeventig en tachtig. In West-Duitsland was in die tijd vooral bij de Groenen een brede beweging die pleitte voor afschaffing van het verbod op seks met kinderen. In 1980 werd in het partijprogramma opgenomen dat alleen niet-vrijwillige seks die met geweld gepaard gaat, verboden moest blijven. Het verbod op seksuele omgang was niet in het belang van kinderen, en diende alleen maar de onderdrukking van de seksualiteit.
De pedo’s trokken samen op met een andere minderheid, de homoseksuelen. Op een partijbijeenkomst over dit thema in 1985 –die bijzonder chaotisch verliep– klommen kinderen het podium op en riepen leuzen als: „Liefde met papa is heerlijk.” Pas toen de homo’s zich van de pedofielen gingen distantiëren, raakten de pedo’s in het isolement. Bovendien drong in de samenleving steeds meer het besef door dat seksueel verkeer tussen volwassenen en kinderen niet gezond is. Inmiddels zien ook de Groenen seks met kinderen als strijdig met de mensenrechten.
Na de grote ophef over de onthullingen rond Cohn-Bendit in april besloot het bestuur van de Groenen een wetenschapper te vragen dit deel van de partijgeschiedenis eens in kaart te brengen. Dit werd de politicoloog prof. Franz Walter van de universiteit in Göttingen.
Walter merkte algauw dat de zaak breder was dan deze ene partij. Zo stuitte hij op de naam van Döring. Deze week zei hij dat alle partijen zich moeten voorbereiden op pijnlijke onthullingen. Het paginagrote artikel dat hij maandag in de Frankfurter schreef, was een tussenrapport.
De afgelopen dagen kreeg prof. Walter zelf ook kritiek. Hij zou bijvoorbeeld de suggestie hebben gewekt dat iedereen die pleitte voor wettiging van seks met kinderen zelf ook pedofiel was.
Donderdag sloeg hij boos terug in een artikel op de internetpagina van Der Spiegel. De laatste maanden kreeg hij veel brieven van slachtoffers van kindermisbruik, schreef hij. Veel van de daders waren lid van de Duitse werkgemeenschap voor pedofilie (DSAP). „Wij zullen deze lijdensverhalen –met alle gevoeligheden– allemaal opschrijven.”