Israël akkoord met gevangenenruil
Het Israëlische kabinet heeft zondag ingestemd met een omstreden voorstel om meer dan 400 Palestijnse en Libanese gevangenen vrij te laten in ruil voor de vrijlating van de door Hezbollah ontvoerde Israëlische zakenman Elhanan Tannenbaum en de lichamen van drie door Hezbollah vermoorde Israëlische soldaten.
Twaalf ministers stemden na acht uur vergaderen voor het voorstel, elf stemden tegen.
Dat de ruil nu ook doorgaat is niet zeker. Hezbollah eist dat Samir Kantar, een militante Libanees die in de jaren ’70 drie Israëlische burgers heeft gedood, ook vrijkomt. Maar Kantar valt buiten de criteria waarmee het Israëlische kabinet nu akkoord is gegaan. Hezbollah-functionarissen dreigden zondag meer Israëliërs te ontvoeren als de deal afketst.
Premier Ariel Sharon had zich sterk gemaakt voor de gevangenenruil. Volgens commentator Aluf Benn van de krant Ha’aretz heeft hij daarmee een enorm risico genomen. In de krant Maariv werd de premier beschuldigd van het toegeven aan terreur. „Zijn hele leven heeft Ariel Sharon tegen terrorisme gevochten”, schreef commentator Ben Caspit. En uitgerekend nu zwicht hij voor „de meest weerzinwekkende van de terroristische organisaties.”
Tijdens het kabinetsberaad sprak legerleider Moshe Yaalon zich voor de ruil uit, maar de hoofden van de geheime dienst Mossad, Meir Dagan, en de binnenlandse veiligheidsdienst Shin Bet, Avi Dichter, uitten kritiek. Dagan zei tegen de ministers dat de deal alleen maar het aanzien van Hezbollah in de Arabische wereld zou vergroten. Andere tegenstemmers zeiden dat de onevenwichtige ruil op zwakte duidt en de boodschap zou overbrengen dat het ontvoeren van Israëliërs loont.
Buiten de regering is de ruil fel bekritiseerd door de familie van Ron Arad, een vliegenier die in 1986 boven Libanon werd neergeschoten maar wiens vrijlating niet bij de transactie is inbegrepen. Arad heeft in Israël door de jaren heen een soort heldenstatus verworven, terwijl Tannenbaum door Hezbollah naar het buitenland zou zijn gelokt met de belofte van een schimmige zakentransactie waarmee hij speelschulden hoopte te kunnen voldoen. Vlak voor de stemming deden de vrouw en de dochter van Arad een emotionele oproep aan het kabinet om de deal in zijn huidige vorm af te wijzen. Een lid van een overheidscommissie die de verdwijning van Arad onlangs nog eens heeft onderzocht, zei zondag dat de commissie documenten onder ogen heeft gekregen waaruit blijkt dat Arad nog leeft en in Iran wordt vastgehouden.
Sharon beloofde dat zijn voorstel aan het kabinet ook stappen zou bevatten ten behoeve van de vrijlating van Arad.
De Libanese guerrillaleider Mustafa Dirani, die Arad destijds gevangen heeft genomen en die in 1994 door Israëlische commando’s is ontvoerd, is wel inbegrepen bij de gevangenenruil. Volgens Sharon heeft hij alles verteld wat hij weet en heeft hij voor Israël geen waarde meer.