Lage verwachting rond overleg Israël en Palestijnen
JERUZALEM. Israëlische en Palestijnse onderhandelingsteams hebben woensdag in Jeruzalem de gesprekken voortgezet over een vredesregeling tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit.
De precieze locatie van de besprekingen is niet bekend. Eveneens is het onduidelijk waarover de teams het eerst zullen spreken. Betrokkenen zwijgen over de agenda en de bedoeling is dat deze geheimzinnigheid blijft bestaan.
De besprekingen begonnen nadat Israël dinsdag 26 Palestijnse gevangenen op vrije voeten stelde. Protesten daartegen van familieleden van slachtoffers liepen op niets uit.
De verwachtingen rondom de besprekingen zijn intussen laag. De Palestijnse functionaris Yasser Abed Rabbo waarschuwde tegenover het persbureau AFP dat de Israëlische uitbreiding van de nederzettingen zonder precedent is en de onderhandelingen dreigt te doen mislukken. Zondag kondigde het Israëlische ministerie van Huisvesting nieuwe aanbestedingen aan voor bijna 1200 nieuwe woningen aan de andere zijde van de grens zoals die in 1967 was. Daar kwam na zondag nog eens de toestemming voor 900 woningen in Oost-Jeruzalem bij.
Op 29 en 30 juli gingen de onderhandelingen officieel weer van start in Washington, nadat deze drie jaar hadden stilgelegen. In de komende minstens negen maanden moeten ze worden voortgezet in Jeruzalem en de Palestijnse gebieden.
Het Israëlische team wordt geleid door minister van Justitie Tzipi Livni en de afgezant van premier Benjamin Netanyahu, Yitzhak Molcho. Aan het roer van het Palestijnse team staat onderhandelaar Saeb Erekat en de adviseur van president Mahmud Abbas, Mohammed Shtayyeh. Ook een vroegere Amerikaanse ambassadeur in Israël, Martin Indyk, is bij het overleg aanwezig.
Beide partijen wilden voorkomen dat de Verenigde Staten hen de schuld geven voor het mislukken van het vredesproces. Abbas liep het risico Amerikaanse financiële hulp mis te lopen. Volgens Amerikaanse en Israëlische mediaberichten heeft Kerry Netanyahu gewaarschuwd voor de internationale isolatie van Israël als de besprekingen falen.
Netanyahu verklaarde op 20 juli dat hij de hervatting van het diplomatieke proces van „wezenlijk strategisch belang” acht. Hij voegde eraan toe dat het proces twee doelen beoogt. Het eerste is te voorkomen dat er een binationale staat zal worden gecreëerd tussen de Middellandse Zee en de rivier de Jordaan „die de toekomst van de Joodse staat in gevaar brengt.” Het tweede is te voorkomen dat er een nieuwe, door Iran gesponsorde, terreurstaat ontstaat aan de grenzen van Israël die het voortbestaan van Israël eveneens bedreigt.
Ook Abbas heeft gezegd dat hij vrede wil. Hij zei volgens The Jerusalem Post begin juli tijdens een persconferentie met de Italiaanse premier Enrico Letta in Ramallah dat de Israëliërs „onze buren zijn.” „En we erkennen hen als zodanig. We moeten samenleven in veiligheid en stabiliteit.”
In Israël en de Palestijnse gebieden zelf blijft het rond de vredesbesprekingen opvallend stil. Bijna niemand gelooft er in het welslagen van het overleg, dus maakt de bevolking zich er ook niet al te druk over.
In Israël is niets te merken van de beroering die gepaard ging met het vredesproces in de jaren negentig van de vorige eeuw en die zelfs culmineerde in de moord op premier Yitzhak Rabin. Ook de tegenstanders van een Palestijnse staat in de Israëlische regering en regeringspartijen houden zich rustig. De reden daarvan is, dat ze het volste vertrouwen hebben dat Abbas zal weigeren een deal met Israël te sluiten.
Opiniepeilingen laten zien dat de meerderheid van zowel het Israëlische als het Palestijnse publiek voor een tweestatenoplossing is, maar niet gelooft dat deze zal worden bereikt. Velen aan beide zijden zijn ervan overtuigd dat de andere kant totaal niet te vertrouwen is.
Ook aan Palestijnse zijde blijft het aangaande het vredesproces rustig. In Ramallah waren er weliswaar enige protesten tegen de hervatting van de besprekingen, maar op de sociale media is dit nauwelijks een onderwerp van gesprek.
Onderzoekers Uri Dekel en Orit Perlov van het Israëlisch Instituut van Nationale Veiligheidsstudies concludeerden in een rapport over Palestijnse sociale media dat de focus niet op het vredesproces ligt maar op de dagelijkse problemen van de bevolking. De drie verschillende groepen Palestijnen richten hun blik voor oplossingen op verschillende geografische buren: de inwoners van Gaza op Egypte, de bewoners van de Westoever op Jordanië en zij die in Oost-Jeruzalem wonen op Israëlische Arabieren.
„De leiding van Hamas in Gaza en de Palestijnse Autoriteit op de Westoever hebben in de ogen van de Palestijnen veel legitimiteit verloren”, stellen Dekel en Perlov. „President Abbas geniet weinig steun van het Palestijnse publiek om het vredesproces te hervatten en de algemene perceptie is dat hij gemotiveerd wordt door buitenlandse belangen en niet door het verlangen om de interne Palestijnse noden te verlichten.”
De onderzoekers verwachten dat de Palestijnen de politieke beslissingen van de leiders rond het vredesproces als onwettig zullen beschouwen.
De Palestijnen vinden bovendien dat hun leiders „het recht op terugkeer” van de Palestijnse vluchtelingen en hun nazaten naar Israël niet op mogen geven. In de periode 1947-1949 sloegen volgens cijfers van de Verenigde Naties ruim 700.000 Arabische Palestijnen op de vlucht. Later volgden er nog meer.