Japanse oppositie maakt kans Koizumi te onttronen
Junichiro Koizumi werd in 2001 verkozen tot premier van Japan vanwege zijn ingrijpende hervormingsplannen. Toen hij aantrad, scoorde hij hoog in de opiniepeilingen. Inmiddels liggen de percentages wat lager, maar wordt Koizumi nog altijd toegejuicht door een enthousiaste menigte en dat terwijl hij vrijwel geen van zijn beloftes heeft waargemaakt. Het is een van de grootste raadsels van de moderne Japanse politiek. Morgen worden de verkiezingen voor de Japanse Tweede Kamer gehouden en beslist het Japanse volk of dit sprookje mag voortduren.
De verwachtingen die Koizumi heeft de afgelopen twee jaar heeft gewekt zouden zich morgen wel eens tegen hem kunnen keren. Ondanks zijn nog immer grote populariteit, rond de 50 procent van de bevolking steunt hem volgens recente opiniepeilingen, is de Japanse kiezer sceptisch aan het worden over de politicus, die zichzelf de bijnaam ”Leeuwenhart” heeft aangemeten.
De parlementsverkiezingen van morgen worden dan ook met spanning tegemoet gezien. En niet alleen omdat ze aangeven over hoe de kiezer denkt over het beleid van Koizumi. Er staat veel meer op het spel. De verkiezingen zijn uniek omdat ze voor het eerst in vijftig jaar ingrijpende veranderingen kunnen teweegbrengen in het Japanse politieke landschap.
Alle 480 zetels in het machtige Japanse parlement, dat vrijwel een halve eeuw lang onafgebroken wordt gedomineerd door Koizumi’s Liberaal Democratische Partij (LDP), zijn te vergeven. Dit jaar is het lang niet duidelijk dat de meerderheid van de Liberaal Democraten op hun 285 zetels kunnen blijven zitten. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog is het slechts één keer eerder voorgekomen dat hen de macht ontglipte. Dat was in 1993 en voor slechts enkele maanden. De afgelopen tien jaar heeft de oppositie geleerd van haar fouten. Ze is vastbesloten die misstappen niet te herhalen als de kiezer haar nog één keer een kans geeft. Die kiezer lijkt dit jaar nogal geneigd haar die mogelijkheid te bieden.
De Japanse situatie is drastisch veranderd sinds de verkiezingen in 2001. De LDP heeft de uitslag altijd kunnen beïnvloeden door haar machtige partijapparaat, dat zich over geheel Japan uitstrekt. Het liep arm in arm met invloedrijke organisaties zoals de vakbond van postbeambten en met de bouwsector. Dergelijke organisaties hebben de afgelopen jaren veel van hun invloed verloren en kunnen niet meer zo veel stemmen garanderen als vroeger.
In de grote steden kreeg de LDP traditiegetrouw veel stemmen van middenstanders en eigenaren van kleine en middelgrote bedrijven. De slechte economie van de afgelopen twee jaar heeft hun aantal drastisch gereduceerd. In megasteden zoals Tokio staat de Democratische Partij (DPJ), met 140 zetels de grootste oppositiepartij, er in de peilingen beter voor dan de LDP.
Een andere belangrijke trend is dat veel kiezers zich niet meer identificeren met een bepaalde partij. Volgens recente onderzoeken is 40 procent van de Japanse kiezers niet gebonden aan een partij. Nooit eerder lag dat cijfer onafhankelijke kiezers zo hoog. Het grote dagblad Asahi Shimbun maakte deze week een opiniepeiling bekend waarin de LDP weliswaar 30 procent van de stemmen won en de DPJ slechts 15, maar in Japan stemt 80 procent van de onafhankelijke kiezers doorgaans op de oppositie. Die 40 procent onafhankelijke kiezers zouden daarom voor een politieke aardverschuiving kunnen zorgen.
De oppositie is zich daar sterk van bewust en ziet een historische kans om zich te bewijzen. Tijdens de laatste verkiezingen gingen veel oppositiestemmen verloren omdat de twee grootste oppositiepartijen, de DPJ en de Liberale Partij (LP), elkaar in verkiezingstijd aanvielen.
Dat gebeurt dit jaar niet omdat de oppositiepartijen zijn samengegaan. Ze staan nu onder leiding van de charismatische Naoto Kan. De 57-jarige voormalige advocaat begon zijn politieke carrière in actiegroepen en staat dicht bij het volk. Net zoals het volk heeft hij een vreselijke hekel aan de Japanse bureaucratische ambtenaren die iedere hervorming in de weg staan.
In 1996 werd hij benoemd tot de minister van Volksgezondheid in het kabinet-Hashimoto. Binnen zes maanden lukte het hem om de ambtenaren van zijn ministerie informatie openbaar te laten maken over een HIV-schandaal. Bloedproducten met het aids-virus waren goedgekeurd door het ministerie en hadden grote aantallen hemofiliepatiënten. Japanse ministers hebben gewoonlijk niets in te brengen bij de ambtenaren. Zij houden slechts de stoel warm terwijl de ambtenaren de tent runnen. Kans acties maakten hem een held onder het volk. Er zijn weinig Japanners die zijn naam niet kennen.
Die naamsbekendheid is een ander groot verschil met voorgaande verkiezingen. Oppositiepolitici zijn doorgaans niet bekend onder het volk. Dankzij in het begin van de jaren negentig aangenomen wetten die de democratische vergroten heeft zich een nieuwe generatie oppositiepolitici kunnen ontwikkelen. Dit is een lang proces dat dit jaar zijn vruchten afwerpt, nu deze politici voor het eerst naamsbekendheid genieten die voorheen alleen LDP-kandidaten hadden.
De LDP houdt haar hart ook vast met het oog op de opkomst. De LDP doet het normaal gesproken beter in de verkiezingen als de opkomst laag is. Dit jaar lijkt de opkomst nogal hoog te worden, wat heel goed zou zijn voor de oppositie. Het dagblad Yomiuri Shimbun vroeg 225.000 kiezers of zij morgen naar de stembus gaan; 79 procent antwoordden met ”jazeker”.
Commentatoren discussiëren al over de vraag hoe de Japanse politiek eruit zal zien als Kan het parlement verovert. Koizumi heeft al gezegd dat hij in dat geval aftreedt als premier. De voormalige leider van de met de DPJ gefuseerde LP, Ichiri Osawa, zelf een oud-LDP’er, voorspelt dat de LDP in splintergroepen uit elkaar zal vallen. Een groot aantal politici deelt zijn verwachting.
Politieke analisten zijn hier niet van overtuigd. Zij zien de huidige verkiezingen als het begin van een tweepartijenstelstel zoals dat in de VS en het Verenigd Koninkrijk bestaat. Zelfs dat zou historisch zijn.