Voorlopige stop stroom gevangenen naar Cuba
De Amerikanen sturen voorlopig geen nieuwe Taliban- of al-Qaida-gevangenen meer naar de basis Guantánamo in Cuba. Daar zijn momenteel 158 gevangenen uit Afghanistan ondergebracht, waarmee de opvangcapaciteit volledig is benut.
Er wordt wel gewerkt aan uitbreiding van die capaciteit, maar dat gaat blijkbaar niet snel genoeg. De Amerikanen willen uiteindelijk minstens 2000 gevangenen kunnen onderbrengen op de basis, die tot gevangenkamp wordt omgebouwd. Het is niet helemaal duidelijk of de voorlopige stop op de toevoer van gevangenen ook te maken heeft met de kritiek van talrijke kanten op de behandeling van die gevangenen.
Het Internationale Rode Kruis had dinsdag bijvoorbeeld kritiek op het feit dat de VS foto’s hebben gepubliceerd van gevangenen op de basis. Dat zou in strijd zijn met de conventies van Genève betreffende de behandeling van krijgsgevangenen. Volgens de Amerikanen zijn de gevangenen geen krijgsgevangenen, maar „illegale strijders.” De Amerikaanse minister van Defensie, Donald Rumsfeld, zei dat de opvang van deze illegale strijders „humaan en correct” was. Hij wees erop dat de gevangenen over goede hygiënische faciliteiten beschikken, dat zij goed gevoed worden en onder medische controle staan. Er zou bovendien voorzien worden in geestelijke (moslim)begeleiding van de gevangenen.
De Europese Unie heeft zich gisteren geschaard in het rijtje critici dat zich heeft uitgesproken tegen de manier waarop de VS gevangen al-Qaida- en Taliban-strijders behandelen in het gevangenenkamp op de Amerikaanse basis Guantánamo Bay in Cuba.
Eurocommissaris Chris Patten, verantwoordelijk voor Externe Betrekkingen, zei op de donorconferentie voor Afghanistan in Tokio dat de gevangenen niet blootgesteld mogen worden aan een extreme behandeling. Ook zei Patten dat het onacceptabel zou zijn als de gevangen strijders tot de doodstraf worden veroordeeld. Rumsfeld heeft aangegeven dat een aantal van de gevangenen mogelijk door een militair tribunaal zal worden berecht, wat volgens deskundigen een grote kans inhoudt op de doodstraf. Volgens Patten dreigt het Westen het „morele gelijk” te verliezen als de rechtsgang tegen de gevangenen uitmondt in een wraakoefening.
De EU-coördinator van buitenlands- en veiligheidsbeleid, Javier Solana, sprak zich in een interview maandag nog duidelijker uit tegen het regime op de Amerikaanse marinebasis in Cuba. Solana zei dat de gevangenen onverkort dienen te worden beschouwd als krijgsgevangenen en dat de Conventie van Genève op hen van toepassing is. De VS hebben de mannen in Guantánamo bestempeld als „illegale combattanten” die geen aanspraak kunnen maken op de bescherming die krijgsgevangenen genieten.
Ook de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Joschka Fischer, heeft de VS gisteren opgeroepen de gevangen strijders als krijgsgevangenen te beschouwen en ze „humaan te behandelen en niet bloot te stellen aan geweld en intimidatie.”
Zelfs in Groot-Brittannië, de trouwste bondgenoot van de VS in de strijd tegen het terrorisme, is beroering ontstaan na de publicatie van foto’s die geketende gevangenen tonen die met handboeien en oor- en oogdoppen op door bewaarders worden gedwongen om te knielen op de grond. De Britse minister van Buitenlandse Zaken, Jack Straw, heeft gezegd dat hij Britse vertegenwoordigers in Cuba heeft opgedragen om een verklaring aan de Amerikaanse autoriteiten te vragen. Premier Tony Blair heeft de onrust geprobeerd te sussen door te verklaren dat de drie Britse gevangenen in Guantánamo tegen Britse diplomaten hebben gezegd dat ze geen klachten hebben over hun behandeling.
De Spaanse minister van Buitenlandse Zaken, Josep Pique, die het roterend voorzitterschap van de EU bekleedt, schaarde zich als enige EU-bewindsman ronduit achter de VS. Pique zei Amerikaanse verzekeringen te accepteren dat de gevangenen een menselijke en gepaste behandeling krijgen. „Aangezien ik niet over inlichtingen beschik die dit tegenspreken, heb ik geen reden hieraan te twijfelen”, zei Pique. „Ik twijfel niet aan de bereidheid van de grote Amerikaanse democratie de mensenrechten te respecteren.”