Volgelingen van het Moslimbroederschap, waar Mursi uit voortkomt, protesteren op meerdere plaatsen in Caïro met zitacties tegen de afzetting van hun leider begin vorige maand. De autoriteiten zouden niet van plan zijn het kamp bij de Rabaa al-Adawiya-moskee te laten bestormen. Eind vorige week kwamen bij het islamitische gebedsgebouw in het noordoosten van de hoofdstad 70 mensen om het leven bij gevechten tussen aanhangers van de broederschap en de veiligheidsdienst.

Eerder week werd gemeld dat de interim-regering de politie opdracht had gegeven een einde aan de zitacties van de aanhangers van Mursi te maken. De staatstelevisie meldde vrijdag echter dat het ministerie van Binnenlandse Zaken het idee om het kamp bij de moskee in te nemen, had afgewezen. Alle straten ernaartoe worden wel geblokkeerd, in een poging te voorkomen dat demonstranten en veiligheidstroepen met elkaar op de vuist gaan.

Met de actie voldoet de tijdelijke regering aan internationale verzoeken om nog meer bloedvergieten in de politieke crisis te voorkomen. In totaal stierven al bijna 300 mensen in het geweld sinds Mursi’s gedwongen vertrek op 3 juli.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry noemde de militaire machtsovername donderdag in Pakistan „herstel van de democratie”. Het leger heeft volgens hem de wil uitgevoerd van miljoenen Egyptenaren die vreesden dat het land in een chaos zou belanden. „Het doel was het niet, voor zover we dat nu kunnen beoordelen, om de macht over te nemen”. Het ministerie van Buitenlandse Zaken in Washington gaf Kerry’s opmerkingen vrijdag vrij.

Volgens tijdelijk vice-president Mohamed ElBaradei begrijpt legerleider Abdel Fattah al-Sisi dat er een politieke oplossing moet komen voor de crisis. „Maar hij heeft natuurlijk de verantwoordelijkheid om het land te beschermen wat veiligheid betreft. En het leger bevindt zich op het randje”, zei hij in een interview met de Washington Post.