Ook Jordanië merkt dat Morsi is afgezet
AMMAN. De dramatische gebeurtenissen op 3 juli in Egypte, waar het leger president Morsi tot aftreden dwong, drukken hun stempel op de gehele Arabische regio en hebben ook grote gevolgen in Jordanië.
Sinds de periode van het Arabische nationalisme was er in het Midden-Oosten een scherpe scheidslijn tussen de rijke Arabische monarchieën in de golfregio enerzijds en socialistische republieken zoals Tunesië, Egypte en Syrië anderzijds.
De Arabische monarchieën probeerden het socialisme buiten de deur te houden, maar na de Arabische revoluties van 2011 ontstond er een nieuw probleem dat de naam ”moslimbroeders” droeg. De moslimbroeders bleken overal vrije verkiezingen te winnen. Hun republikeinse gedachtegoed, dat hun in staat stelde zélf een president als staatshoofd te leveren, werd door de Arabische monarchen gezien als een directe bedreiging van hun eigen troon. Vandaar hun enthousiaste reacties op het vertrek van de Egyptische president Morsi.
De Jordaanse minister van Buitenlandse Zaken, Nasser Judeh, reisde onmiddellijk af naar Egypte, waar hij interim-president Mansur ontmoette, aan wie hij de steun en felicitaties overbracht van de Jordaanse koning Abdullah. De Jordaanse moslimbroeders blijken na de gebeurtenissen in Egypte in een shocktoestand te verkeren.
In Jordanië bekleedden de moslimbroeders van oudsher een positie die uitzonderlijk was in de Arabische wereld. Terwijl ze in de meeste Arabische landen werden verboden en vervolgd, konden ze in Jordanië participeren in parlementaire verkiezingen en leek er sprake van een stilzwijgende alliantie tussen de moslimbroeders en het Jordaanse vorstenhuis.
Deze situatie veranderde echter na de Arabische revoluties van 2011. De Jordaanse moslimbroeders zagen plotseling overal in de regio de politieke invloed van hun geloofsbroeders toenemen en calculeerden dat de onrust en volkswoede uiteindelijk ook Jordanië zouden bereiken.
Er ontstond inderdaad een protestbeweging in Jordanië, die zich echter vooral richtte tegen corruptie en armoede, en niet zozeer tegen de persoon van de Jordaanse vorst Abdullah. De protesten werden vooral gedragen door lokale jongerenbewegingen, die zich de Hirak noemden.
De moslimbroeders hebben geprobeerd binnen deze beweging een leidende rol te spelen. Hun activiteiten bereikten een hoogtepunt aan de vooravond van de parlementaire verkiezingen van 19 januari, die door hen geboycot werden. Daardoor plaatsten de moslimbroeders zichzelf buiten de politieke arena.
In de officiële Jordaanse media werd het afzetten van de Egyptische president Morsi beschreven als het begin van het einde van de moslimbroeders en hun politieke islam. Net als in andere Arabische landen vormen echter ook in Jordanië de moslimbroeders de belangrijkste oppositiepartij, die wel degelijk aanhang onder de bevolking heeft.
Egypte lijkt op weg om, net als tijdens het bewind van de toenmalige president Mubarak de leiders en leden van de moslimbroeders te arresteren en te vervolgen. Het Jordaanse experiment met de moslimbroeders is echter van een andere aard. Na de gebeurtenissen in Egypte lijkt de tijd rijp om de Jordaanse moslimbroeders weer bij het politieke proces te betrekken.
De inschattingen van de Jordaanse moslimbroeders aangaande de te verwachten ontwikkelingen in zowel Syrië als Egypte maakten hen agressiever, maar deze inschattingen bleken achteraf onjuist te zijn. De Jordaanse moslimbroeders zijn onthutst door de lotgevallen van hun naamgenoten in Egypte en realiseren zich hun zwakte, waardoor ze meer geneigd zullen zijn weer met de Jordaanse staat te onderhandelen. Om twee redenen zou dit de stabiliteit van Jordanië bevorderen.
Ten eerste vormen Palestijnen circa 75 procent van de Jordaanse bevolking. Uit onderzoeken blijkt dat de Jordaanse moslimbroeders vooral aanhang hebben onder de Palestijnen. De integratie van de moslimbroeders in de Jordaanse politiek betekent tevens een handreiking in de richting van de in Jordanië levende Palestijnen, die zich toch al gediscrimineerd voelen. Bijkomende factor is dat er nauwe relaties bestaan tussen de Jordaanse moslimbroeders en de Palestijnse Hamas, die zich steeds verder in het nauw gedreven voelt door de acties van het Egyptische leger in de Sinaïwoestijn.
Hamas zou kunnen besluiten een gedeelte van zijn activiteiten te verplaatsen naar Jordanië. Een goede werkrelatie tussen de Jordaanse moslimbroeders en de Jordaanse staat lijkt in dit verband raadzaam.
De tweede reden is de Egyptische beweging Tamarrud, die uiteindelijk het Egyptische leger de gelegenheid gaf om president Morsi te onttronen. Het was de eerste keer dat de zwaar gefragmenteerde Egyptische oppositie een eenheidsfront vormde. Deze Tamarrudbeweging kreeg sindsdien navolging in de Arabische wereld.
In onder meer Tunesië en Bahrein is een Tamarrud opgericht. De economische en de sociale problemen in Jordanië zijn ernstig en men kan niet uitsluiten dat ook hier de sterk verdeelde oppositie zich zal verenigen in een Tamarrudbeweging. Door de moslimbroeders te integreren in het politieke proces zou voorkomen worden dat ze hierbij een leidinggevende rol gaan spelen.