Regering-Obama: Geen coup in Egypte
WASHINGTON. De regering-Obama is niet van plan de afzetting van de Egyptische president Mohammed Morsi en de machtsovername door het leger als een staatsgreep te bestempelen.
Dat heeft de regering donderdag aan leden van het Huis van Afgevaardigden en de Senaat laten weten.
Met deze mededeling denkt de regering de militaire en economische hulp van 1,5 miljard dollar per jaar aan Egypte te kunnen veiligstellen.
Obama heeft zich sinds het ingrijpen van het Egyptische leger in allerlei bochten moeten wringen om dit ingrijpen niet als een staatsgreep te bestempelen. Als hij dit wel zou doen, zou volgens de Amerikaanse wet iedere hulp automatisch moeten worden opgeschort. Washington vreest dat een dergelijke drastische stap Amerikaanse veiligheidsbelangen en programma’s om de veiligheid van Israël te verzekeren en de smokkel van wapens naar de door Hamas bestuurde Gazastrook tegen te gaan in gevaar kan brengen.
Woensdag stelde Washington de levering van vier F-16-gevechtsvliegtuigen aan Egypte uit. Het was de eerste Amerikaanse stap sinds het Egyptische leger op 3 juli president Mohammed Morsi afzette, hem en andere leden van de moslimbroederschap gevangenzette en de grondwet opschortte.
VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon heeft donderdag vanuit New York opgeroepen tot de vrijlating van Morsi en andere leden van de moslimbroederschap.
Het leger heeft de moslimbroederschap donderdag een ultimatum gesteld: de islamistische partij moet zich uiterlijk zaterdag „aansluiten bij het politieke proces, dat door het leger wordt gesteund.”
Leger en interim-regering willen over enkele maanden nieuwe verkiezingen houden. Beide kampen hebben voor vrijdag opgeroepen tot massale demonstraties.
De leider van de moslimbroeders haalde donderdag fel uit naar legerchef Abdel-Fattah al-Sissi. Mohammed Badie zei dat het afzetten van Morsi nog erger is dan het vernietigen van de Ka’aba, het heiligdom de islam in Mekka. De ongebruikelijk harde woorden onderstrepen de woede van islamisten.