Het ministerie had bezwaar gemaakt tegen strafkortingen op een deel van de kostenvergoeding voor varkenspest in 1997 en 1998. Het gaat om een korting van totaal 35 miljoen op een bedrag van 115 miljoen euro voor de ruiming van de varkens.

De straf was opgelegd omdat het ministerie zich niet geheel aan de Europese regels had gehouden. Volgens de Europese Commissie had Nederland fouten en onnodige kosten gemaakt. De overheid zou te weinig hebben gedaan om verspreiding van de ziekte tegen te gaan.

Nederland vond de strafkorting onredelijk groot en stelde dat de Europese Commissie haar conclusie had gebaseerd op een klein aantal, niet–representatieve gevallen.

Toenmalig landbouwminister Brinkhorst had de rechtszaken aangespannen en verwachtte „meer dan 50 procent kans" om gelijk te krijgen van het Hof in Luxemburg. Eerder dit jaar zag het er voor Nederland nog enigszins gunstig uit: Advocaat–generaal Stix–Hackl adviseerde het Hof om Nederland gedeeltelijk gelijk te geven.

Alle Nederlandse bezwaren zijn donderdag echter afgewezen door het Hof, dat Nederland ook veroordeelde in de kosten. Het ministerie van Landbouw reageert teleurgesteld op de uitspraak. Hoger beroep is niet mogelijk. „De rechter heeft gesproken. Daar hebben we ons bij neer te leggen", aldus een woordvoerster.