„Met rijksdaalders spaarde ik voor sieraden Veluwse dracht”
„In tien minuten ben ik klaar met aankleden. Naar de Oude Kerk hier in Oldebroek neem ik mijn tas mee en een Bijbel. Mijn moeder had een Nieuwe Testament met beslag. Kijk maar, er zit één krap op, om ’m dicht te doen. Als ik thuiskom, doe ik meteen het doordeweekse goed aan.”
Verschil met doordeweeks
„Alleen ’s zondags draag ik de muts, mutsbellen, ceintuur en broche. Ik ben in deze jurk getrouwd en hij is nog steeds goed, omdat hij van wol is gemaakt. Tijdens de zwangerschappen heb ik er zelf wat aan geprutst, bandjes versteld en zo. Gelukkig kan ik dat zelf. Ook was ik zelf de mutsen. Die moet ik dan uit elkaar halen, want hier in Oldebroek maken we de tulen tussenstrook lichtblauw en het kant lichtgeel.
Je moet niet denken dat ik die sieraden meteen na mijn huwelijk in 1954 al had. We hadden best armoe. Elke keer als ik een rijksdaalder had, stopte ik hem in een potje. Zo spaarde ik die gouden broche en deze ketting van bloedkoralen bij elkaar. Eerst had ik zilveren sieraden, die soms verguld waren.
Kijk, deze halsketting is van mijn zusje dat overleed toen zij 4 was. Die mocht ik hebben van mijn moeder. Zijzelf droeg nog een oorijzer en een korte muts. Ik draag de moderne klederdracht, die vanaf 1900 populair werd. Omdat ik niet in de rouw ben, draag ik een muts met kant.”
Drijfveer
„Ik vind de klederdracht gewoon mooi. Ik moet er ook niet aan denken dat ik in gewone kleren zou lopen. Zelf ben ik de laatste vrouw in Oldebroek die nog elke week in Veluwse dracht naar de kerk gaat.”
Zomerserie Zondagse dracht
Steeds minder Nederlanders lopen in klederdracht. In deze serie acht portretten van mensen die nog altijd in zondagse dracht naar de kerk gaan. Deel 2.
Personalia
Naam: Mientje Bovendorp-Koops
Leeftijd: 86
Plaats: Oldebroek
Gaat als laatste vrouw in Oldebroek nog wekelijks naar de kerk in zondagse Veluwse dracht.