Kerk & religie

Ds. Verhaar 25 jaar predikant: Geloof komt echt van de andere zijde

KRIMPEN A/D IJSSEL. Vanuit zijn slaapkamerraam, op zeven hoog in Krimpen aan den IJssel, kan ds. Verhaar zijn geboortedorp zien liggen, Nieuw-Lekkerland. Hij heeft er 34 jaar gewoond, de herinneringen zijn goed en veel. „Maar het heeft geen zin om in het verleden te leven.”

Jan van ’t Hul
13 July 2013 18:38Gewijzigd op 15 November 2020 04:44
Ds. Verhaar, hervormd predikant in Krimpen aan den IJssel: „Op mijn grafsteen mogen ze straks zetten dat ik geprobeerd heb om het Woord uit te leggen. Meer niet. Het meerdere komt ons niet toe.” beeld RD, Henk Visscher
Ds. Verhaar, hervormd predikant in Krimpen aan den IJssel: „Op mijn grafsteen mogen ze straks zetten dat ik geprobeerd heb om het Woord uit te leggen. Meer niet. Het meerdere komt ons niet toe.” beeld RD, Henk Visscher

Wat wel een punt is, zegt ds. J. J. Verhaar: „Hoe dragen we het goede van de traditie over op onze jongeren? Want in de Bijbel komt dat van alle kanten naar je toe, de Traditie, met een grote T welteverstaan. Als het alleen maar gaat over traditie met een kleine t, wordt het algauw wat naargeestig allemaal.”

De Traditie met een grote T gaat over het geloof der vaderen. „Niet over een systeem, maar over het geloof. Een systeem, daar kun je tegenaan botsen, dat is zo gesloten, zo veruiterlijkt, dat kan zo ontoegankelijk worden. Dan verlies je het contact met de werkelijkheid.”

Ds. Verhaar is 25 jaar predikant. „Dit is een gevaarlijk ambt”, zegt hij. „Je kunt als predikant zo opgesloten raken in het ambt, in jezelf. Ook als predikant kun je een individualist zijn, verkokerd raken in je theologisch denken. Predikanten kunnen vaak moeilijk kritiek aanvaarden. Ik heb dat tenminste wel moeten leren.”

In de afgelopen 25 jaar heeft ds. Verhaar wel een ontwikkeling doorgemaakt, zegt hij. „Hoewel, geen schokkende. Ik ben waarschijnlijk praktischer gaan preken, misschien ook korter. Verder verliep het tamelijk via een vloeiende, organische lijn. Ik heb wel ontdekkingen gedaan, veel geleerd, bij voorbeeld van de Vroege Kerk, en ook van het goede in de Rooms-Katholieke Kerk. Dr. C. A. Tukker, die veel voor mij heeft betekend, zei ooit: Bij het eerste gedicht dat je leest van de rooms-katholieke Guido Gezelle, verandert er toch iets in je.”

Ook is ds. Verhaar dieper in de Reformatie thuis geraakt. „Dat heb ik aan C. S. Lewis te danken. Hij heeft voor mij de realiteit van de andere werkelijkheid geopend, voelbaar gemaakt.”

Dr. W. Aalders was voor ds. Verhaar iemand die het oude geloof toegankelijk wist te maken. „Aalders leerde mij om met het geloof der vaderen in de moderne tijd te kunnen staan. Veel afgescheidenen denken weleens dat wij, hervormden, het geloof zelf kunnen ophoesten, maar niets is minder waar dan dat. Het komt werkelijk van de andere zijde.”

Nog een ontdekking was: de kracht van het Woord. „Dat heb ik echt moeten ontdekken, net als Luther en Kohlbrugge. Het Woord moet het doen. Op mijn grafsteen mogen ze straks zetten dat ik geprobeerd heb om het Woord uit te leggen. Meer niet. Het meerdere komt ons niet toe. Tot mijn schrik zie ik dat veel christenen niet meer geloven in de kracht van het Woord. Dan gaan we er van alles bij bedenken, ondoordacht en op de klank af toepassingen bedenken. Maar dat is heel ernstig. Als het mij gegeven wordt, en dat is geen vrome frats, hoop ik dat Woord te blijven uitdragen, verkondigen, bepreken. En preken is vanzelf toepassen. Gods spreekt in Zijn Woord met ieder mens, en Luther zegt dat Hij tot in der eeuwigheid met die mens blijft spreken, of in toorn, of in genade.”

„Het Woord past zichzelf toe, dat hoeven wij niet te doen. Luther zou echter direct zeggen: „Maar daarmee kom je als predikant niet weg!” De prediker moet ervoor waken dat hij de loop van dat Woord zelf niet in de weg staat. Dat maakt ook de zwaarte van het ambt uit. Nu ja, ik doe dat op mijn manier. Net als Luther. Hij predikte met veel vuur het Woord en dronk daarna met zijn vrienden een pot bier. De toepassing is niet aan ons. Dat zijn van die dingen waar je als mens niet aan mag komen.”

„Het is voor mij altijd een klemmende vraag of de gemeente, als ik op de preekstoel sta, achter mij Christus kan ontdekken. Of zien ze alleen het ego van de dominee? Daar kan ik echt van wakker liggen. Ben ik voor anderen geen verhindering geweest? Ik ben bang dat dat weleens het geval geweest zal zijn. Dat is een bloed­ernstige zaak.”

Ds. Verhaar verwijst onophoudelijk naar Luther. „Bij iedere zin weet je dat hij van Luther is, net als je na drie maten muziek weet dat iets van Mozart is. Luther zou hoge ogen hebben gegooid naar de titel van grootste theoloog aller tijden.”

En Calvijn?

„Op een man van het formaat Calvijn ga je geen goedkope kritiek leveren. Dat past ons niet.”


Digibron

Ds. J. J. Verhaar doet intrede in Krimpen aan den IJssel (De Waarheidsvriend, 06-10-2005)

Ds. J. J. Verhaar neemt afscheid van Houten (De Waarheidsvriend, 15-09-2005)

“Opbouw zit niet in vormen” - interview met ds. J. J. Verhaar (Reformatorisch Dagblad, 21-05-1999)

Verblijd door de kinderzegen der gemeente - interview met ds. J. J. Verhaar (Reformatorisch Dagblad, 05-07-1995)

Ongehuwd, niet incompleet - interview met ds. J. J. Verhaar (Reformatorisch Dagblad, 19-06-1992)

Bevestiging en intrede van ds. J.J. Verhaar in Houten (De Waarheidsvriend, 11-06-1992)

Ds. J. J. Verhaar nam afscheid van Nieuwerkerk aan den IJssel (De Waarheidsvriend, 04-06-1992)

Intrede kand. J. J. Verhaar te Nieuwerkerk aan den IJssel (De Waarheidsvriend, 14-07-1988)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer