Naast mazelen ook rodehond in Biblebelt
BILTHOVEN. Op een basisschool in Midden-Nederland –in de biblebelt– hebben elf kinderen rodehond gehad. Het RIVM zegt niet om welke school het gaat. „We willen de school beschermen, anders worden ze daar platgebeld.”
Rodehond (rubella) is een kinderziekte die doorgaans vrij onschuldig verloopt. Er is wel een aanzienlijk risico op aangeboren afwijkingen als vrouwen tijdens de eerste drie maanden van de zwangerschap besmet raken, het zogeheten congenitaal rubellasyndroom (CRS). Het gaat dan om hart- en oogafwijkingen, slechthorendheid en doofheid, groeiachterstand, tekort aan bloedplaatjes, lever- en miltvergroting, aandoeningen van het centraal zenuwstelsel, botafwijkingen en afwijkingen aan urinewegen. Hoe vroeger de besmetting tijdens de zwangerschap, hoe ernstiger doorgaans de orgaanbeschadigingen. Rodehond kan ook leiden tot een miskraam.
„Dat gevaar is nu echter niet groot”, relativeert dr. Roel Coutinho, directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding. De biblebelt werd in 2004 en 2005 getroffen door een grote uitbraak van rodehond. Toen raakten 32 zwangeren besmet. Twee van hun kinderen overleden en veertien kinderen hadden bij de geboorte afwijkingen.
„Waarschijnlijk zijn toen vrijwel alle ongevaccineerde mensen besmet geweest. We zien de ziekte nu alleen bij kinderen tot 8 jaar. Die zijn na 2005 geboren en dus niet beschermd doordat ze eerder rodehond hebben doorgemaakt”, aldus Coutinho.
Rodehond wordt veroorzaakt door het rubellavirus en is zeer besmettelijk. Wie het virus met zich meedraagt, steekt gemiddeld zeven tot acht mensen aan die niet zijn ingeënt. Besmetting gebeurt door hoesten en niezen. Iemand is besmettelijk van één week voor tot twee weken na het optreden van huiduitslag. De periode tussen besmetting en het zichtbaar worden van de ziekte, de zogeheten incubatietijd, ligt tussen de 12 en de 23 dagen.
In de helft van de gevallen verloopt een rodehondinfectie zonder ziekteverschijnselen. De andere helft krijgt een rozerode huiduitslag. Oudere kinderen en volwassenen krijgen vaak enkele dagen voor de huiduitslag last van hangerigheid, verhoging en gevoelig opgezette lymfeklieren achter het oor en in de nek. Rodehond geeft slechts in zeldzame gevallen complicaties, zoals een tekort aan bloedplaatjes of hersenontsteking. Een vaker voorkomende complicatie is gewrichtspijn of ontsteking van vingers, polsen of knieën. Deze klachten verdwijnen meestal binnen een maand.
Patricia Vermeer, arts-epidemioloog bij het RIVM, verwacht niet dat kinderen die net de mazelen hebben gehad en daardoor een verminderde weerstand hebben, zieker zullen zijn als ze vervolgens ook rodehond krijgen. „Ik zie daar niet direct problemen ontstaan. Rodehond is doorgaans een mild verlopende kinderziekte.”
Sinds 1974 worden meisjes gevaccineerd tegen rodehond en sinds 1987 meisjes én jongens. Dit om verspreiding van het rodehondvirus tegen te gaan.
Voor de invoering van vaccinatie tegen rodehond lag het aantal meldingen van rodehond de ziekte per jaar tussen enkele honderden en meer dan 5000, meldt het RIVM. Epidemieën traden op met een tussentijd van vier tot zes jaar. In 1998 was het aantal meldingen naar bijna twintig gedaald. Van 1999 tot en met 2003 nam het aantal meldingen verder af naar één tot twaalf per jaar.
Het aantal ziekenhuisopnamen lag tot 1997 op tien per jaar en in de periode 1998 tot 2003 tussen de twee en de vijf per jaar. Meer dan de helft van de opnamen had te maken met rodehond bij een zwangere. Doordat het virus nauwelijks meer rondgaat in de bevolking komen infecties nu ook voor op hogere leeftijd.
Doordat de ziekte nog maar weinig voorkomt, kan rodehond bij mensen die niet zijn gevaccineerd zich steeds meer voordoen op een leeftijd waarop zwangerschap mogelijk is, aldus het RIVM. Het risico op aangeboren afwijkingen kan hierdoor in de toekomst toenemen.
Lees meer over rodehond op de website van het Nationaal Kompas Volksgezondheid.