Ymere is met ruim 77.000 woningen de op een na grootste woningbouwcorporatie van Nederland, maar de organisatie staat al ruim een half jaar onder verscherpt toezicht van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV). Reden daarvan is een daling in het vermogen van Ymere, waardoor de leningenportefeuille een te groot risico begon te worden.

Ook was er publieke ophef over de hoge salarissen van het bestuur van Ymere. Drie bestuurders streken in 2011 elk wel 323.000 euro of meer op en een vierde verdiende 271.000 euro.

Ymere maakt al een aantal jaren verlies. In 2012 verloor de corporatie 230 miljoen euro. „De verliezen komen voor veruit het grootste deel uit herwaardering van het bezit. Omdat we op marktwaarde waarderen, zien we de prijsdalingen op de koopmarkt ook terug bij ons”, verklaart een woordvoerster.

Eerder dit jaar maakte Ymere al bekend dat de organisatie vanwege de invoering van de verhuurderheffing tot 2018 fors minder in de nieuwbouw van sociale huurwoningen kan investeren.

Ymere is niet de enige woningcorporatie die in moeilijkheden verkeert en waar mensen op straat worden gezet. Zo kondigde het Rotterdamse Vestia vorige maand het verlies van 250 arbeidsplaatsen aan.