Met een goed slot maak je het inbrekers flink lastig
Een goed humeur na een prettig verblijf in binnen- of buitenland kan zomaar omslaan in een mineurstemming als bij thuiskomst blijkt dat inbrekers hun slag hebben geslagen. Degelijk hang- en sluitwerk maakt het de man met de koevoet in elk geval knap lastig om binnen te komen.
Bij Van de Fliert in Barneveld hebben ze de nieuwste snufjes op het gebied van inbraakpreventie. Degelijk hang- en sluitwerk dat bestand is tegen het breekijzer. Een paar weken op vakantie en vergeten de deur op slot te draaien? Geen punt. De huiseigenaar die in Spanje vakantie viert, gooit via een applicatie op de smartphone de boel alsnog in het slot.
Het aantal inbraken neemt al vijf jaar lang toe. Jan Evert van de Fliert vaart er wel bij. Hij adviseert bedrijven en steeds meer particulieren hoe ze hun pand het beste kunnen beveiligen. „Door de naderende zomervakantie in Midden-Nederland zitten we nu in een periode van topdrukte. Mensen die op vakantie gaan willen immers het gevoel hebben dat ze hun huis veilig achter kunnen laten. Daarnaast is de aanleiding om ons erbij te halen meestal een inbraak in de buurt of bij iemand in de familie. Daar worden burgers onzeker van.”
De werkwijze van het Barneveldse bedrijf is steeds dezelfde. „In een woning controleren we het hang- en sluitwerk. De klant krijgt een beveiligingsplan met een overzicht van de kosten voor montage en materialen. De meeste klanten willen dat we de nieuwe onderdelen zo snel mogelijk installeren.”
Verbaasd is Van de Fliert over de soms gebrekkige beveiliging van woningen en over de nonchalance van bewoners. „Dan zie ik simpele klemmen op ramen en deuren die je met een koevoet of een schroevendraaier in een handomdraai openbreekt. Ons bedrijf geeft adviezen over preventie. Niet iedereen is ervan overtuigd dat de woning onvoldoende is beveiligd tegen inbraak. Als de dieven uiteindelijk toch toeslaan, willen de meeste klanten direct worden geholpen, ongeacht de kosten.”
Nog steeds is inbraakpreventie in Nederland een ondergeschoven kindje, waarschuwde Nicolien Kop, lector criminaliteitsbeheersing en recherchekunde aan de Politieacademie, dit voorjaar in deze krant. Gemeenten, woningbouwverenigingen en verzekeraars zouden volgens haar meer met elkaar moeten samenwerken om het aantal woninginbraken te beperken.
Die samenwerking krijgt steeds meer vorm, blijkt uit een recente publicatie van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. De politie bijvoorbeeld brengt de hotspots in beeld, de gemeente pakt de verlichting in de wijk aan en mobiliseert bewoners om deel te nemen aan buurtpreventieprojecten. Vorig jaar kregen 23.500 woningen het politiekeurmerk veilig wonen. Daarmee zijn momenteel 630.000 woningen voorzien van het certificaat.
Hoe goed de preventieve maatregelen zoals goede sloten ook mogen zijn, zaak is dat vakantiegangers niet moeten vergeten de deur te sluiten en op slot te draaien, waarschuwt Van de Fliert. Verzekeraar Interpolis becijferde eerder al dat bijna een kwart van de ondervraagde mensen op vakantie gaat zonder te controleren of alle ramen en deuren op slot zijn. Van de Fliert: „Ik weet van mensen die twee weken op vakantie waren en al die tijd stond de achterdeur wagenwijd open. Gelukkig is er niemand binnen geweest. Een ander stel ging op vakantie en vergat de voordeur van de woning te sluiten. De man ging ervan uit dat zijn vrouw de deur had dichtgetrokken en de vrouw ging ervan uit dat haar partner het had gedaan.”
Een dergelijk voorval zou zich in België hoogstwaarschijnlijk niet hebben voorgedaan. Bij onze zuiderburen, en in een handjevol gemeenten in Nederland, kennen ze het zogeheten afwezigheidstoezicht tijdens vakantieperiodes. Particulieren kunnen via een website hun gegevens achterlaten voor de lokale politie. Die controleert gratis en op onregelmatige tijdstippen de woning van vakantiegangers op mogelijke sporen van inbraak en op niet afgesloten ramen en deuren.
Of alle preventieve inzet de moeite waard is, zou eigenlijk geen vraag moeten zijn. Slachtoffers van woninginbraken hebben soms te kampen met psychische problemen. De eerste weken na de inbraak zijn slapeloosheid, plotselinge huilbuien en gevoelens van schuld en schaamte geen uitzondering. Slachtofferhulp Nederland waarschuwt dat een woninginbraak ook voor kinderen zeer schokkend kan zijn. „Het delict tast het gevoel van veiligheid van een kind aan en kan bedplassen en slaap- en concentratieproblemen veroorzaken.”