Turkije jaagt op online protestbeweging
ANKARA (AP). Het openbaar ministerie in Istanbul heeft een onderzoek ingesteld naar personen die op sociale media bekleders van een overheidsambt zouden hebben beledigd en volgers tot rellen hebben aangezet. Volgens vicepremier Bekir Bozdag stonden Twitter en Facebook bol van de strafbare „schuttingtaal en online geuite beledigingen.”
Of het inderdaad om 35 verdachten gaat, zoals de krant Aksam schreef, wilde de vicepremier donderdag niet bevestigen. Premier Recep Tayyip Erdogan noemde Twitter eerder deze maand al een maatschappelijke „plaag”, omdat het medium „leugens” zou verspreiden. De regering lijkt dat ‘gevaar’ nu te willen aanpakken. De Turkse wet verbiedt het beledigen van publieke figuren.
De massale demonstraties van afgelopen maand kwamen in de berichtgeving van de gevestigde Turkse pers maar mondjesmaat aan de orde of ontbraken zelfs geheel. Journalisten strijken de autoriteiten, die hen in de regel erg op de huid zit, niet graag tegen de haren in. Veel demonstranten namen daarom hun toevlucht tot sociale media. Die versloegen de protestbeweging niet alleen, maar dienden ook om betogers te mobiliseren en organiseren.
Minister van vervoer en communicatie Binali Yildirim klaagde woensdag dat Twitter de Turkse autoriteiten geen medewerking verleent. Turkije heeft de microblogprovider gevraagd een contactpersoon voor de Turkse autoriteiten aan te stellen en in Turkije te stationeren. Die kan Turkse verzoeken dan onmiddellijk behandelen, zei Yildirim.
Yildirim zinspeelde erop dat Facebook de Turkse regering meer ter wille is. Maar het Amerikaanse bedrijf heeft laten weten dat het Ankara geen klantgegevens heeft verstrekt in verband met de protestbeweging. Facebook zegt verontrust te zijn door regeringsplannen om internetbedrijven te verplichten gebruikersgegevens aan de autoriteiten te leveren. Vertegenwoordigers van de Turkse regering bezoeken Silicon Valley deze week, „en we zijn van plan op dat moment meteen onze ernstige zorgen over deze voorstellen te delen”, verklaarde Facebook.
Begonnen op 31 mei als protestactie tegen de herinrichting van het Taksimplein en het aangrenzende Gezipark in Istanbul, groeiden de protesten uit tot een landelijke beweging tegen het autoritaire en conservatieve bewind van premier Erdogan. Er vielen zo’n 7500 gewonden en vier doden. Volgens mensenrechtenorganisaties zijn sinds het begin van de protesten ruim drieduizend mensen opgepakt. Nog tientallen betogers zitten in hechtenis.
De regering houdt vol dat de demonstranten worden aangestuurd en opgeruid door een buitenlandse samenzwering van bankiers en media. Zij zouden eropuit zijn de ontwikkeling van Turkije te blokkeren. De roep van de betogers om meer ruimte voor andersdenkenden is niet aan Erdogan besteed.
Diens regering gaat ondertussen verder met het terugdringen van de macht van het leger, dat ooit gold als de beschermheer van de seculiere Turkse staat van aartsvader Atatürk. Zij heeft het parlement voorgesteld de zinsnede dat het de plicht is van de strijdkrachten „te waken over de Turkse republiek en haar te beschermen” uit de wet te schrappen. Het leger heeft zich in het verleden meermalen op die passage beroepen als het weer eens een staatsgreep pleegde.