Halverwege de handelssessie koerste de Dow-Jonesindex 0,8 procent hoger op 15.034 punten. De S&P 500-index steeg 0,8 procent tot 1616 punten en de Nasdaq won 0,9 procent tot 3407 punten.

Voor de handelsaanvang werd bekendgemaakt dat het aantal voorlopige koopcontracten voor woningen in mei met 6,7 procent steeg op maandbasis. Economen voorzagen in doorsnee een plus van 1 procent ten opzichte van april. Rond dezelfde tijd kwam naar buiten dat de consumentenbestedingen, goed voor ongeveer 70 procent van de economie, in mei met 0,3 procent stegen. De persoonlijke inkomens van Amerikanen namen met 0,5 procent toe.

Dennis Lockhart, topman van de Federal Reserve Bank of Atlanta, stelde dat beleggers Fed-president Ben Bernanke vorige week wellicht verkeerd hebben begrepen. „De financiële markten zijn onlangs zeer wisselvallig geweest. Dat weerspiegelt dat beleggers de woorden van Bernanke anders interpreteerden”, aldus Lockhart. „Bernanke bedoelde dat het steunprogramma op een flexibele manier gebruikt moet worden, maar beleggers reageerden alsof hij een abrupt einde aankondigde.” Lockhart verwacht dat het monetaire beleid nog lange tijd soepel zal moeten zijn om onder meer de economische groei aan te jagen.

Financiële instellingen en huizenbouwers behoorden tot de sterkste stijgers. JPMorgan Chase, Citigroup en Bank of America plusten 1 tot 1,8 procent. DR Horton en Lennar, twee van de grootste huizenbouwers in de VS, gingen tot 3 procent vooruit.