De overeenkomst moet leiden tot een staakt-het-vuren waarbij ook andere rebellenlegers zich aansluiten, zei Peter Nkurunziza, leider van de opstandige Krachten voor de Verdediging van Democratie.

In Kaapstad zetten Nkurunziza en president Domitien Ndayizeye hun handtekening onder het verdrag. Volgens de Zuid-Afrikaanse vice-president, Jacob Zuma, die een bemiddelende rol speelt, is met het akkoord een einde gekomen aan een langdurige burgeroorlog. „Volgens mij behoren de problemen van Burundi nu tot het verleden”, zei hij.

Ondanks eerdere verdragen wordt er nog steeds gevochten in Burundi. Zeker één rebellengroep wil nog altijd niet met de regering praten over een wapenstilstand.

Het akkoord van gisteren stelt de rebellen onder leiding van Nkurunziza in staat tot het regeringsleger toe te treden of een politieke partij op te richten. Verder hoeven ze voorlopig niet bang te zijn voor gerechtelijke vervolging.

Sinds oktober 1993 woedt er een burgeroorlog in Burundi. De strijd heeft aan meer dan 200.000 mensen, voor het merendeel burgers, het leven gekost. De Hutu Ndayizeye staat aan het hoofd van een overgangsregering. Zijn voorganger was een Tutsi. Hoewel de Tutsi’s in Burundi een minderheid vormen, hebben ze het land sinds 1962 decennialang vrijwel onafgebroken bestuurd.