Israël boos op ‘antisemitisch’ Europa
Een recente opiniepeiling die de EU liet uitvoeren onder Europese staatsburgers heeft in Israël grote beroering gewekt. Een van de vragen die de Europeanen kregen voorgelegd, luidde welk land de grootste bedreiging voor de wereldvrede vormt. Israël, antwoordde bijna 60 procent van de 7515 ondervraagden. Het land eindigde daarmee boven aan de lijst van gevaarlijke landen, voor Noord-Korea, Iran, Irak, Afghanistan en de VS.
„Wie is het gevaarlijkste ter wereld? Wij zijn het!” kopte de veelgelezen Israëlische krant Maariv zondag, nadat de Spaanse krant El Pais de uitkomsten van de Europese peiling had onthuld. Volgens de Israëlische minister van Diaspora, Natan Sharansky, getuigt het feit dat de Europeanen Israël gevaarlijker vinden dan landen die het terrorisme steunen van antisemitisme. De EU zou er goed aan doen te stoppen met het „demoniseren van Israël.” Doet de EU dat niet, dan dreigen de „donkere kanten van haar verleden” opnieuw de boventoon te gaan voeren, aldus Sharansky. Volgens de Israëlische regering waren de vragen zo geformuleerd dat Israël wel boven aan de lijst moest eindigen.
Veel Israëliërs beschouwen Europa als anti-Israëlisch. Dat is vooral het gevolg van het feit dat de EU steun biedt aan de Palestijnen en in internationaal verband, zoals in de Verenigde Naties, herhaaldelijk de Palestijnse zaak heeft bepleit.
Ook het Simon Wiesenthal-centrum, dat het antisemitisme bestrijdt, is geschokt door de uitkomst van de peiling. Als de Europeanen zo over Israël denken, dan moet de EU voortaan geen rol meer spelen in de vredesonderhandelingen tussen Israël en zijn buurlanden, stelt Marvin Hier, de directeur van het Wiesenthal-centrum. „Deze schokkende uitkomsten gaan het verstand te boven en zijn een racistische opwelling die laat zien hoe diepgeworteld het antisemitisme is in de Europese samenleving”, aldus Hier.
Het Wiesenthal-centrum is een handtekeningenactie begonnen. Het hoopt dat zo veel mogelijk mensen een boodschap sturen aan Romano Prodi, de voorzitter van de Europese Commissie, om aan hem hun afkeer over de anti-Israëlische denkbeelden die de Europese staatsburgers er op na blijken te houden, kenbaar te maken.
Israël heeft zondag voor het eerst in een maand Palestijnen uit de Gazastrook weer toestemming gegeven om naar hun werk in Israël te gaan.
Ongeveer 6000 werknemers mochten na een uitgebreide veiligheidscontrole Israël in. De grens was na een zelfmoordaanslag op 4 oktober in Haifa gesloten. Bij die aanslag blies een Palestijnse vrouw zichzelf en twintig anderen op in een restaurant. Overigens werden alleen getrouwde mannen van 35 jaar en ouder toegelaten, omdat die groep volgens de Israëlische autoriteiten minder vaak betrokken is bij zelfmoordaanslagen.
Voor de start van de tweede intifada drie jaar geleden werkten ongeveer 150.000 Palestijnen in Israël. De afgelopen jaren is dat aantal teruggelopen tot ongeveer 35.000. De grens met de Palestijnse gebieden wordt in reactie op aanslagen vaak voor langere tijd gesloten.
In Tel Aviv is zaterdag de moord op premier Yitzhak Rabin herdacht. Tienduizenden mensen kwamen bijeen op het centrale plein van Tel Aviv, waar de Joodse ultranationalist Yigal Amir op 4 november 1995 de toenmalige premier Rabin vermoordde.
Oppositieleider Shimon Peres, die zich op de avond van de moord in Rabins gezelschap bevond, zei dat acht jaar na de moord op de premier de noodzaak om tot een vredesakkoord met de Palestijnen te komen groter dan ooit is. „Zelfs rechts begint langzamerhand te begrijpen dat het beter is om twee staten te hebben die in vrede naast elkaar leven dan één staat waarin twee volkeren om elk stukje land en iedere druppel water vechten”, aldus Peres.
Vrijdag werden er hakenkruisen aangetroffen op een monument voor Rabin, op de plaats van de herdenking. De daders zijn nog op vrije voeten.
De Palestijnse leider Yasser Arafat heeft premier Ahmed Qurei zondag formeel gevraagd een regering te vormen. Qurei heeft het aanbod aanvaard en gezegd ministers te zoeken die „voor iedereen aanvaardbaar” zijn.
Qureis voorganger, Mahmud Abbas, had het voortdurend met Arafat aan de stok over de vraag wie de zeggenschap over de veiligheidsdienst zou krijgen en hield het niet langer dan vier maanden vol. Ook Qurei heeft met Arafat nog geen overeenstemming bereikt over de vraag wie als minister van Binnenlandse Zaken de leiding krijgt over het veiligheidsapparaat. Qurei trad een maand geleden aan als premier van een noodkabinet, voor een periode van dertig dagen.
De Israëlische premier Ariel Sharon is zaterdag begonnen met een driedaags bezoek aan Moskou. Hij hoopt er de Russen plannen uit hun hoofd te praten voor een resolutie in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en zal vermoedelijk bezwaren uiten ten aanzien van de Russische samenwerking met Iran op het gebied van kernenergie.
De Russische resolutie in de Veiligheidsraad moet sancties stellen op het niet uitvoeren van plannen die voortkomen uit de jongste internationale vredesinspanningen.
De zogenoemde routekaart behelst een serie maatregelen die de partijen moeten nemen die het mogelijk helpen maken een Palestijnse staat te vestigen op een deel van het door Israël bezette gebied. De routekaart wordt vooral door de Verenigde Staten bevorderd maar ook de Europese Unie, Rusland en de VN zijn in dit ”kwartet” betrokken.
De zes maanden oude routekaart heeft nog weinig opgeleverd en Rusland wil daarom met de resolutie proberen vaart te maken. VN-ambassadeur Sergej Lavrov wil komende week een ontwerpresolutie voorleggen in de Veiligheidsraad die een stok achter de deur kan zijn voor de uitvoering van de routekaart. De Israëlische regering Sharon lijkt niet geïnteresseerd in de routekaart en had al kort na de presentatie van de plannen op 30 april een lijst van bezwaren.
De VS hebben echter al aangegeven dat ze het Russische plan niet steunen, waarschijnlijk omdat het vooral Sharon onder druk zet. De VS steunen Israël onvoorwaardelijk, maar uiten soms kritiek op Sharon, met name op de bouw van een veiligheidsmuur in de Westelijke Jordaanoever die Palestijnen niet alleen van Israël maar ook van elkaar afgrendelt.