RD-project Sri Lanka draagt bij aan betere samenleving
„God heeft ons gezegend”, zegt Raga Alphonsus. „Lokale groepen mensen koesterden hun verwachting. De staat stelde soms hoge eisen. De prijzen stegen. Toch mogen wij bogen op een goed resultaat.” Alphonsus is actief in het uitvoeren van het project ”Steun wederopbouw Sri Lanka” van het Reformatorisch Dagblad.
De in mei vorig jaar afgeronde fondsenwerving in het RD had een resultaat van 351.000 euro. De Europese Unie legde daar nog eens 1,875 miljoen euro bij. „Onze abonnees hebben laten zien dat ze ondanks de economische recessie oog hebben voor de nood van de naaste”, aldus directeur ir. B. Visser van de Erdee Media Groep. Met het geld werkt ZOA Sri Lanka mee aan wederopbouw van het land, dat in de jaren 1983 tot 2009 door burgeroorlog werd getroffen.
Is deze burgeroorlog overigens voorbij? Wie door het Tamil-gebied rijdt, ziet nog steeds veel soldaten. En is het werkelijk prachtig dat de Singalese overheid een spoorlijn aanlegt van zuid naar noord? Krijgen de noordelijke Tamils zo niet een mooie kans zich te ontwikkelen? De lokale bevolking weet beter. Ze weten dat Singalezen zich dankzij die trein makkelijker in hun Tamilgebied kunnen vestigen, en zo hun cultuur om zeep kunnen helpen.
Een nationale verzoeningscommissie wil het vreedzaam samenleven van Tamils en Singalezen stimuleren. Maar wat doet de overheid, die wordt gedomineerd door Singalezen, met de adviezen? Te weinig, menen tal van Tamils. De overheid zou dan formeel niet mogen discrimineren, veel Tamils hebben nog steeds het gevoel dat ze worden gemarginaliseerd. Zou er echter één land op de wereld zijn waar na een burgeroorlog direct alles koek en ei is?
Een Deense maatschappij is hard bezig met het opruimen van de in de burgeroorlog geplaatste landmijnen. Wie door het noorden van Sri Lanka rijdt, ziet dat er veel oorlogspuin is geruimd. Alles oogt beter. En het RD-project draagt daar ook aan bij.
In plaats van vier regionale gezondheidsklinieken stonden er uiteindelijk negen op de planning. Vijf waren er eind april 2013 gereed. Ook de kliniek te Kathiravel Poovaransankulam is klaar. De overheid stelt een dokter en medicijnen beschikbaar. Die arts komt één keer per maand naar de kliniek. Er is ook een wijkzuster die één keer per week in de kliniek werkt en alle dagen dorpen intrekt voor gezondheidszorg.
Via de kliniek worden vier dorpen bediend. Op de vraag aan enkele vrouwen of een van hen níét blij is met de kliniek, klinkt protest. „Toen dit gebouw er niet was, moesten sommigen wel 10 kilometer lopen voor medische zorg”, vertelt een vrouw. „Dat is niet fijn als je koorts hebt. Voordat deze kliniek hier stond, stierven mensen omdat er geen zorg voorhanden was.”
Badplaatsen
Het projectvoorstel voorzag in het aanleggen van veertien badfaciliteiten op reeds bestaande, natuurlijke was- en badplaatsen. Eigenlijk in bestaande grote vijvers. Dat plan is uitgevoerd. Het ging onder andere om het aanleggen van schrobplateaus. Want Tamils hebben doorgaans geen wasmachine. Verder omvatte het plan het maken van instaptrappen en het optrekken van muurtjes, zodat vrouwen en meisjes een stukje privacy genieten.
In Kothandarnochchikulam is een openbare badgelegenheid voor ongeveer 500 mensen. Er is een flinke trap gebouwd om bij het meer te kunnen komen. Dit is geen drinkwater. Het water wordt tevens gebruikt voor bevloeiing van rijstvelden. Een westerse passant kan zich geen oordeel vormen over de zuiverheid van het water in deze badgelegenheid. Maar de reinheidsmaatstaven verschillen totaal van die in Europa.
De wegen tussen dorpen op Sri Lanka zijn niet van asfalt. Ze hebben iets weg van een ”gravelroad”, een wegdek van kleine brokjes steen. In Shangarapuram loopt zo’n ’hoofdweg’ naar de stad Vavunya. Op termijn vraagt zo’n weg onderhoud. Daar houdt de verantwoordelijke lokale overheid zich mee bezig. Vroeger waren deze wegen in de regentijd zo goed als onbegaanbaar. Met alle risico’s van dien. Gezondheidszorg ligt dan immers nauwelijks binnen bereik.
Een vakman ter plekke zegt: „Wij zetten het tracé uit, maken het schoon en verwijderen in de weg staande struiken en bomen met wortel en tak. De tweede fase is dat wij een kromming in het wegdek maken. Als het bol staande wegdek te steil is, spoelt het bij zware regenval weg. Als het dek te plat is, blijft het water er op staan. Dat is ook schadelijk. De derde fase is: een toplaag aanbrengen en die aanstampen. De kwaliteit van die deklaag is erg belangrijk.”
Er was in het project ”Steun wederopbouw Sri Lanka” gepland om 72 kilometer aan verbindingswegen aan te leggen. Die doelstelling is gewijzigd in 96 kilometer en één verhoogde weg. Daarvan was bij het bezoek, eind april 2013, niet minder dan 53 kilometer gereed. Ze waren nog bezig met circa 43 kilometer. Helaas is meer dan 10 kilometer van in de aanlegfase verkerende weg door wateroverlast onbruikbaar geraakt.
Kleuterscholen
Het oorspronkelijke projectvoorstel voorzag in het bouwen of renoveren en van nieuw meubilair voorzien van veertien kleuterscholen. Verder was het de bedoeling om zeventien speeltuinen te voorzien van spel- en sportmateriaal en om de afrastering te herstellen bij zestien speeltuinen. Er waren eind april niet minder dan 20 kleuterscholen gereed. De planning was verhoogd tot 21. En er waren 10 speeltuinen gereed.
De onderwijzeres (23) in het dorp Pavatkulam maakte de burgeroorlog mee. Toen ze drie jaar was, moest het gezin waartoe zij behoorde, vluchten. Binnen een jaar keerde zij weer terug. Van oorlogsgeweld was toen in het dorp geen sprake meer. In 2007 zetten Unicef en Save the Children een kleuterschool neer. Die raakte al snel in verval. De school bestond feitelijk uit een dak op een paar palen; zonder muren. Het RD-project voorzag in een echte school.
De school in Pavatkulam is bestemd voor kinderen uit vier dorpen. En de renovatie heeft het gemeenschapsgevoel doen toenemen. Dat is belangrijk. Want er wonen in deze regio zowel hindoes als christenen. En dat zijn doorgaans niet de grootste vrienden. Maar eensgezind brachten nu de ouders bouwmateriaal bijeen voor de school. En er is nu een ’interreligieus’ dorpscomité voor de school. Door de bouw van de school is er meer communicatie in de regio. „Er is geen verschil tussen ons als mensen”, zeggen dorpelingen. Dat voorkomt geweld.
Openingsceremonie
In Eachchankulam is de openingsceremonie van een kleuterschool. Als dank voor hun financiële bijdrage krijgen gasten bloemenslingers omgehangen. Mensen mogen een kaarsje aansteken. De vertegenwoordiger van het RD mag een gordijntje wegschuiven. Iemand van ZOA Nederland knipt een lintje door. En in het gebouw werd voor deze gelegenheid een tentoonstelling ingericht van kunstig gemaakte kleding en stoffen.
De leden van het schoolbestuur krijgt van de burgemeester eigendomsbewijzen van hun stukje grond. Er zijn een paar regeringsfunctionarissen bij. En natuurlijk ook mensen in een militair uniform. Zij wonen in het dorp en zitten op de voorste rij. „Hij heeft veel voor de school gedaan”, wordt over een van hen gezegd. Maar de mensen in het dorp weten dat deze militair als Singalees ook oren en ogen heeft. Dus als er iets verkeerds wordt gezegd…
Gemeenschapshuizen
Ook het aantal gemeenschapshuizen –gelegenheden waar mensen uit het dorp of de regio elkaar treffen, gezondheidszorg ontvangen, besprekingen voeren, cursus krijgen en waar kinderen soms school hebben– is fors uitgebreid in relatie tot het oorspronkelijk plan. Er stonden zes van deze huizen op stapel. Maar de planning is gewijzigd in negentien. Eind april waren er zeventien mooie gebouwen gereed. De dorpsbewoners zijn er maar wat blij mee.
In de regio rond het dorp Kovilpuliankulam was sprake van veel geweld tijdens de burgeroorlog. Toen in 1999 op een ochtend de bommen vielen en mensen stierven, moesten anderen halsoverkop vluchten. Ze konden niets meenemen. Pas in 2011 keerden de mensen terug die het hadden overleefd. De gemeenschap moest als het ware opnieuw worden georganiseerd. Daarbij heeft zo’n gemeenschapshuis een belangrijke verzoeningsfunctie.
Een vrouw in Kovilpuliankulam gaat niet in op de vraag of de gemeenschap iets leerde van de oorlog. Wel vertelt ze dat haar dochter van 26 nu één been mist. Een zoon kreeg een metalen plaat in z’n been en daardoor is het nu korter. Na aandringen zegt zij: „Wij waren slachtoffer. Wij hebben het niet gewild.” Toch lijkt de samenleving op de goede weg. Waar bij een vorige reis naar Sri Lanka op deze plek nog een ruïne lag, staat nu een mooi gebouw.
Ook in Maraillunpai stond al voor de burgeroorlog een gebouw. Ook hier was sprake van veel geweld. „Voor de oorlog leefden wij hier in goede welstand. Wij verloren echter al ons bezit. Veel familieleden werden gedood. Sommigen van ons moesten vier of vijf keer vluchten. Nu start het nieuwe leven. Niet op hetzelfde, goede niveau als vroeger. Maar dit is ook goed!”
We mogen gerust zeggen dat de actie ”Steun wederopbouw Sri Lanka” 2011/2012 van het RD is geslaagd.
Burgeroorlog valt nooit te vergeten
Tussen 1983 en 2009 woedde er in Sri Lanka een burgeroorlog. Daarbij zaten twee etnische groepen, Tamils en Singalezen, elkaar in de haren. De Tamil Tijgers, een bevrijdingsbeweging, werden berucht. Zo’n binnenlandse oorlog valt nooit te vergeten.
Zeker 70.000 personen kwamen om het leven. Tallozen werden tot binnenlandse vluchtelingen. Reeds in de jaren 90 liep hun aantal op tot bijna een miljoen. De regering huisvestte hen in opvangkampen. Die mochten ze niet verlaten.
Veel gezinshoofden, mannen, kwamen om, of bleken na de burgeroorlog vermist. Toen de overheid in 2010 de vluchtelingenkampen voor een deel begon open te stellen, kon niet ieder zomaar weer naar huis. Veel gebieden waren nog ‘gesloten’. En van tallozen bleken huizen of woonomgeving beschadigd.
In het district Vavunya alleen al verkeerden medio 2010 nog ruim 100.000 van de nog overgebleven vluchtelingen in opvangkampen. De actie ”Steun wederopbouw Sri Lanka” 2011/2012 van het RD bood hun de mogelijkheid terug te keren naar de oorspronkelijke woonplek.