Ultimatum IAEA aan Iran verlopen
Het ultimatum van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) aan Iran is vrijdag afgelopen, maar het IAEA heeft daar niet bij stilgestaan, omdat het nog bezig is de documenten te bestuderen die het vorige week van Teheran heeft gekregen.
Iran moest uiterlijk vrijdag bewijzen dat zijn atoomprogramma alleen bedoeld is voor het opwekken van elektriciteit en niet, zoals de Verenigde Staten beweren, om atoomwapens te maken. Onder zware internationale druk heeft Iran het IAEA vorige week een dossier over het programma overhandigd.
IAEA-woordvoerster Melissa Fleming zei dat er nog veel werk moet worden verricht om het dossier op zijn juistheid en compleetheid te controleren. Daarom kan het IAEA nu nog niet beoordelen of Iran aan zijn verplichting heeft voldaan. De eerste indruk is echter dat de vragen die de inspecteurs aan Iran hebben gesteld, in het dossier worden beantwoord, zei zij.
Een beoordelingsrapport kan volgens Fleming half november tegemoet worden gezien, enkele dagen voordat de raad van bestuur van het IAEA bijeenkomt.
IAEA-directeur Mohamed al-Baradei sprak in een interview met een Duitse krant de hoop uit dat het Iraanse dossier de volledigheid verschaft waar hij om gevraagd heeft. Hij wees erop dat de Iraniërs al hun locaties en installaties voor het IAEA hebben opengesteld.
Al-Baradei zei dat hij op de vergadering in november nog niet alle vragen van de bestuurders zal kunnen beantwoorden. Sommige zaken zullen nog na november moeten worden uitgezocht, zei hij. Fleming zei niet te kunnen zeggen of het bestuur daar genoeg aan zal hebben om te besluiten Iran al dan niet bij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties aan te geven. Het is aan de bestuurders, zei zij, om hun conclusies te trekken uit het rapport dat hun zal worden voorgelegd.