Celstraf geëist voor doodsteken partner
Het Openbaar Ministerie heeft vrijdag voor het gerechtshof in Amsterdam vijftien maanden gevangenisstraf, waarvan vijf voorwaardelijk geëist tegen de 52–jarige E. van der B. De vrouw wordt ervan beschuldigd in september 2000 haar ex–man, met wie zij opnieuw een relatie had, te hebben doodgestoken.
De man overleed op weg naar het ziekenhuis. Daar ging een botsing van de ambulance met een personenauto aan vooraf. De ambulance sloeg over de kop, maar volgens de patholoog–anatoom zou het 44–jarige slachtoffer hoe dan ook zijn overleden. De steekwond in de hartstreek was dusdanig diep dat het ambulancepersoneel bij aankomst in de woning in Amsterdam–West, het hart van de man in zijn lichaam kon zien liggen.
De rechtbank sprak Van der B. begin 2001 vrij, na een eis van toen nog vijf jaar. Volgens de rechtbank kon niet worden vastgesteld dat de vrouw opzettelijk haar partner van het leven wilde beroven, omdat ze ontoerekeningsvatbaar was. De advocaat–generaal dacht daar vrijdag anders over. Volgens hem was Van der B. sterk verminderd toerekeningsvatbaar, maar toch nog in staat een afweging te maken.
De relatie tussen het slachtoffer A. Voges en Van der B. ging gepaard met veel alcoholgebruik en geweld. Op 27 september 2000 liep de zoveelste ruzie uit de hand. Van der B. stak Voges met een mes nadat zij eerder klappen van hem zou hebben gekregen. Ze was het zat, zei ze tegen de agenten die kort na het incident arriveerden.
Het hof doet op 7 november uitspraak.